Ben benieuwd hoe dat er uitziet: een ongemotoriseerde carnavalsoptocht. Bij ’t Gèrmelaand gaan ze ervoor. De carnavalsvereniging uit Mill weert vanaf 2017 tractoren.
De bakbeesten waarmee de moderne boer zijn land bewerkt, zijn ook wel mega geworden. Op de akkers doen ze ongetwijfeld uitstekend dienst, op de weg zijn ze al gauw een maatje te groot. In het buitengebied prop je als burger je autootje nederig de zachte berm in als zo’n agrarische Hummer met een vaart van heb ik jou daar op je af komt gestormd. Je hebt hier ook niks te zoeken, zo laat zich de blik van de boer lezen, die als een sultan op een olifant heerst in zijn luxe cabine, die zijn brullende monster met een pink aan het stuur bedient.
De wielen alleen al. Wie niet als road pizza van het asfalt geschraapt wil worden, neemt eerbiedig afstand als de joekels in de carnavalsoptocht voorbij trekken. Ik snap wel dat ’t Gèrmelaand vanwege de veiligheid de rode kaart trekt.
Maar is het de echte reden? De organisatoren richten zich met name tot de jeugd. Niet iedereen vindt het gepast, de manier waarop de meiden en jongens zich vaak manifesteren in de optocht. Ze drinken zich moed in met pils en Jägermeister, hangen een platte kar achter zo’n megatractor, laden die vol luidsprekers met de omvang van een glascontainer en spuiten een dubbelzinnige leus op de zijkant. En tonen zo de brave burger langs de kant: wat jullie kunnen, kunnen wij ook.
Ik zie ze nog niet duwen en trekken, die jongens en meiden. En ook nog een generator meesjouwen voor de decibels… De jeugd blijft thuis, vrees ik. Terwijl ze er zo goed in zijn: beetje choqueren. Even de middelvinger opsteken tegen de gevestigde orde. Waar het bij carnaval eigenlijk om te doen is.