Ligt Cuijk nu wel of niet in Brabant? Henny Vrienten moest er zaterdagavond, in de Schouwburg Cuijk,hardop over nadenken. Vrienten is in goed gezelschap. Er zijn wel meer Brabanders die alles aan deze kant van de Middenpeelweg als hoort-er-niet-bij beschouwen.
‘Toch Brabant?’ Dan moest het publiek maar even slikken, zei Henny. Hij ging zijn anti-Brabantlied zingen.
En dus klonken de brutale regels door de nieuwe theaterzaal. Dat Vrienten nog liever in Almere-Haven begraven wil worden dan in zijn geboorteprovincie. ‘Want’, zong hij, ‘het stinkt er naar wiet en varkensmest, de lucht is daar voorgoed verpest.’
De Brabanders uit Cuijk en omgeving vonden het allemaal best. Theaterdirecteur Sjoerd Meijer kon maandagochtend zowel de waterzuiger als de dweilemmer in de poetskast laten staan. Want er vlogen zaterdag geen rotte tomaten door zijn spiksplinternieuwe zaal. Waarom ook. Het Brabant over welks wegen Vrienten zich tegenwoordig van zaal naar zaal spoedt om zijn mooie luisterliedjes te brengen, ís ook anders. ‘De allermooiste provincie, was het ooit’, zingt Vrienten. ‘Met kleine veldjes hop en haver.’
De zanger van het ooit zo vermaarde bandje heeft gelijk. Hij ziet een ander Brabant. En zijn ogen mogen misschien nog steeds die van een 18-jarige zijn, die zien hoe de wind het jurkje van een mooi meisje optilt, de 67-jarige blijkt ook niet immuun voor de emotie die met het klimmen der jaren meegroeit en je op een gegeven moment als een haagwinde omhelst: nostalgie.
Als Henny aan het eind van een prachtige avond tevreden zijn mobieltje pakt om het publiek te fotograferen, is daar gelukkig zijn zoon. Al die tijd als de perfecte bassist op het tweede plan gebleven, schiet hij pa te hulp als die op het moderne apparaat het knopje niet vinden kan. Die zoon doet de dingen die hij doet niet met zijn ogen dicht.