Millenaren zijn tevreden mensen. Die conclusie mag je best trekken als je de uitkomsten van een onderzoek leest. De gemeente vroeg driehonderd inwoners hoe ze over een aantal onderwerpen denken. En die blijken over het algemeen best content.
Ze voelen zich veilig. Er zijn genoeg sportvelden. En ze vinden het fijn wonen in de vier dorpen. Kritiek hebben ze echter ook. Dat het centrumplan zo langzaam vordert, dat vinden ze maar niks. Verder hebben ze nog het een en ander aan wensen.
Betaalbare woningen bijvoorbeeld. Zowel huur als koop als huizen voor senioren. Een bekend verhaal. Dat ze ook graag een schoenmaker, een slager en groenteboer in hun dorp zouden willen, is ook een voor de hand liggende wens. Maar gaan ze daar ook naartoe? Ook als die zaakjes wat duurder zijn dan Aldi, Lidl en de Jumbo? In Langenboom in ieder geval niet: daar sneuvelde tot twee keer toe een project met een buurtwinkel omdat de winkelbel niet vaak genoeg rinkelde.
Grootste verrassing van het onderzoek, als je het mij vraagt, is toch deze: die van Mill en Sint Hubert missen ‘een groter aanbod aan horecagelegenheden’. Ze willen vaker naar de kroeg!
Ik heb de cijfers er eens bijgehaald. Er zijn volgens de Kamer van Koophandel 29 horecazaken in de gemeente. Inclusief snackbars en zo. Dat viel mij niet tegen. Maar toen vergeleek ik het met de rest van het land. En wat blijkt? Gemiddeld is er in Nederland 1 horecazaak per 298 inwoners. En in Mill? Daar moeten maar liefst 372 inwoners het met één zaak doen.
Ik snap nou ook waarom een ruime meerderheid van de inwoners, in een recent onderzoek van InMill.nl, zegt dat ze geen extra asielzoekers willen opvangen. Het is nou al dringen in de kroeg.
(Eerder verschenen in De Gelderlander, 3 oktober 2015)