Dus als het meezit, kan Cuijk binnenkort weer naar de film. Het plan voor een bioscoop is niet het eerste dat de afgelopen jaren is ontvouwd, maar het lijkt wel de beste papieren te hebben. Het is van een volhouder, een ondernemer die jaren geleden al naast de schouwburg een filmzaal wilde bouwen. Een nieuw, modern theatercomplex als buur, dat was volgens hem de perfecte biotoop voor een bioscoop. Maar het gezwalk van de Cuijkse politiek maakte hem kopschuw. Het gesteggel over de vraag of het theatercomplex moest worden verbouwd of vernieuwd of moest verhuizen naar het Homburgterrein. Besluiten werden zelfs teruggedraaid. Uiteindelijk werd met de keuze voor ‘vernieuwbouw’, een taalgedrocht dat alleen ambtenaren kunnen verzinnen, de knoop doorgehakt. Misschien wel ondanks het politieke geharrewar heeft Cuijk er nu toch een pareltje bij gekregen. Maar dat de initiatiefnemer zijn centen in de knip heeft gehouden, blijkt verstandig te zijn geweest.
Afijn. Kijkend in 3D kan de Cuijkenaar straks de boze buitenwereld even vergeten. Het wordt vast zo’n zaal waar je tussen de schemerlampjes door naar het scherm moet turen. Waar je tijdens de voorstelling chips en een pilsje kunt bestellen. Dat heet ‘beleving’. Een lelijk woord dat moet verhullen dat de exploitatie van een bioscoop in een tijd van Netflix, HBO en curved plasma tv’s met homecinema-systemen zonder bier en bitterballen op bestelling onrendabel is.
Zo wordt het wat ingedutte dorp aan de Maas omgetoverd in een bruisend vermaakcentrum. Met een gloednieuwe schouwburg en een bioscoop. Met luxe recreatiewoningen, een nieuwe jachthaven en een aquahotel met toeters en bellen. Met de evenementenhal van de boomkweker, nieuwe restaurants, een mega gokpaleis en als kers op de taart een parenclub.
Eén ding vind ik sneu. Dat het gemiddelde besteedbare inkomen van de Cuijkenaar het laagste is in de regio. Dat het voor nogal wat Cuijkenaren bij kijken blijft.