Het is 10 mei 2015. Vandaag 75 jaar geleden staken Duitse troepen de Maas over. Enkele dagen later was de bezetting van Nederland een feit. Vanuit de kazematten langs de rivier, in onder meer Boxmeer, Oeffelt, Cuijk en Katwijk, werd weerstand geleverd, maar vergeefs. De strijd kostte tientallen militairen het leven. Monumenten en herdenkingsbijeenkomsten, zoals vandaag in Katwijk, doen ons herinneren aan hun opofferingen.
De dood van schippers op de Maas is helaas slechts een voetnoot gebleven in de geschiedschrijving van die eerste oorlogsdag. Hoe dat komt? Hun boten lagen in de weg. Hoewel ze zowel in het schootsveld van de Duitse als van de Nederlandse militairen lagen, blijkt uit de verslagen die Nederlandse militairen over die dagen hebben geschreven, dat ze dusdanig in de weg lagen dat zelfs bevel was gegeven ze tot zinken te brengen. Hetgeen de Nederlanders niet voor elkaar kregen.
Wat de schepen op de Maas te zoeken hadden? De vraag is nog steeds niet goed beantwoord. Feitelijk was de scheepvaart stilgelegd. Bert van Kempen uit Venray, toen als 11-jarige jongen wonend in Beugen, is al jaren op zoek naar het antwoord, maar de waarheid heeft hij nog niet achterhaald.
Feit is dat in de vroege ochtend van 10 mei 1940 aan boord van zijn sleepboot in Cuijk de 60-jarige Leendert Muller uit Dordrecht het leven liet. De Duitsers hadden meer succes dan de Nederlandse militairen: hun kogels doorboorden de stuurhut. Mullers stuurman, Frans Delmotte (27), raakte gewond. Delmotte was tien dagen later voldoende hersteld om de dood van zijn kapitein op het gemeentehuis van Cuyk en Sint Agatha te melden (zie foto). Het cynische aan het verhaal is, dat Muller in die dagen, ook al was hij een ‘burgerschipper’, in dienst van het Nederlandse ministerie van Oorlog was. Als schipper bij het Depot Vaartuigendienst van de Landmacht voerde hij klussen uit op de Maas. Mogelijk is hij betrokken geweest bij het invaren van zinkschepen op de Niers bij Gennep die daar als blokkade dienst moesten doen. Het heeft er in ieder geval toe bijgedragen dat hij is opgenomen op de erelijst van gevallenen 1940-1945 (www.erelijst.nl).
Wie daar niet op staan, zijn Adriaan (67) en Teun (29) Munters. De vader en zoon, schippers van de ‘Neeltje’, afkomstig uit Herkingen, lieten diezelfde ochtend het leven tussen Sambeek en Boxmeer. Weggevlucht van de Sambeekse stuw, waarvan delen vroeg in de ochtend waren opgeblazen, voer de Neeltje stroomafwaarts. Vermoedelijk wist schipper Munters niet wat nou het meest verstandig zou zijn. Op goed geluk besloot hij verder te varen. Niet wetende dat hij bij Mook toch niet verder kon omdat de spoorbrug daar al in het water lag. Ter hoogte van Boxmeer kwam hij in het schootsveld te liggen van Duitsers en Nederlanders. Duitse kogels troffen ook hier hun doel. Toen het schip tegen de westelijke oever vastliep, bleken vader en dood al dood.
Wie in Boxmeer of Cuijk op zoek gaat naar de namen van de drie schippers, op monumenten of plaquettes, zoekt vergeefs. Deze doden zijn vergeten.