Rare raadsvergadering, maandag in Cuijk. Als ik verklap dat er een wethouder zat die tegelijk raadslid was en zijn eigen voorstellen moest verdedigen om er vervolgens over te stemmen, dan weet u genoeg. Dat er ook een wethouder zat die al in een buurgemeente als wethouder aan de slag is gegaan, ach… Er zat ook nog een raadslid dat even later zelf wethouder zou worden. Die nog wel kritisch moest zijn over voorstellen die hij vanaf vandaag moet gaan verdedigen.
Bent u daar nog?
Dat een andere wethouder weg was gebleven die er eigenlijk als raadslid had moeten zijn om met de pet van wethouder op een voorstel te verdedigen… Laat maar.
Het had een feestje moeten zijn. Daar was de familie van de nieuwe wethouders voor gekomen. Maar het duurde veel te lang. Eerst die ‘gewone’ vergadering met bespreekpunten die al besproken waren. Toen moest een commissie de papieren van de nieuwe wethouders controleren. Wat in moderne gemeenten van tevoren wordt gedaan. Afijn. Tegen elven – drieëenhalf uur na aanvang – mocht de familie de nieuwe wethouders eindelijk kussen.
Ik had er honger van gekregen. Trek, bedoel ik. Want honger hebben alleen mensen die zich stilletjes met een lege tas melden bij de voedselbank. In Cuijk zijn dat 95 huishoudens, wist u dat? In het grotere Boxmeer zijn het er veel minder: 49. Die gemeente betaalt per maand 400 euro aan de voedselbank. Cuijk betaalt niets. Maar da’s logisch. Want Cuijk moet het salaris van vier wethouders ophoesten en Boxmeer maar voor drie. En Cuijk moet ook wachtgeld betalen aan twee maandagavond ter zijde geschoven wethouders. Wat zegt u? Dat Cuijk minder inwoners heeft dan Boxmeer? Och.
(De Gelderlander, 14 mei 2014)