Dwarskijker van zaterdag 26 oktober 2024
Van spermacampus naar eiwitcampus. Sorry hoor, ik móest de flauwe vergelijking maken. Die schoot direct door mijn hoofd toen ik hoorde van het plan om op het voormalige KI-terrein in Beers een proefboerderij te bouwen waar innovatieve landbouwmethoden worden uitgeprobeerd. Die dus, heel modern, eiwitcampus moet gaan heten. Want dierlijke en plantaardige eiwitten, die vormen nu eenmaal de basis van ons voedsel. En dat we niet door kunnen gaan met de intensieve veeteelt zoals we de afgelopen decennia hebben gedaan, daar is ieder weldenkend mens wel van overtuigd.
De eiwitcampus dus. Op een historische plek, een plek die je misschien wel de kraamkamer van de intensieve veeteelt in het Land van Cuijk mag noemen. Geen idee hoeveel liters dierlijk sperma vanuit Beers over de regionale stallen is verspreid, maar het moeten er vele zijn sinds het KI-station in 1952 in Beers werd geopend.
Je zou kunnen zeggen dat de initiatiefnemers van de eiwitcampus een prima plek hebben gevonden voor hun innovatieve project. KI, kunstmatige inseminatie, was immers vlak na de oorlog óók buitengewoon innovatief. Geen gehannes meer met een dekstier die langs de boerderijen werd gesjouwd om zijn daad te volbrengen, maar ‘handmatig’ koeien bevruchten. Werd een groot succes.
Ik meen dat Beers begin jaren ’50 geen problemen had met de komst van het KI-station. Maar nu is het anders. Het dorp vreest voor megalomane toestanden. Want behalve proefboerderij, moeten er ook appartementen komen voor de wetenschappers en werknemers. En heel veel auto’s natuurlijk. Kortom: gedoe.
Beers wil gewoon Beers blijven. Net als vroeger. Toen de dekstier nog op de kar werd geladen. Tegen beter weten in, vrees ik.
Foto: Fantoom, apparaat waarmee inseminatoren-in-opleiding bij de KI het insemineren leerden. Foto: Geurt Franzen