Dwarskijker van woensdag 23 oktober 2024
Zondagmiddag. Nog onwetend van het feit dat er vrijdagavond gevochten was, liep ik met mijn kleinkinderen over de Gennepse kermis. Het was druk. Wat me opviel, was dat er vooral veel volk liep tussen de attracties door. Voor een plekje in de rups, de draaimolen of de kamelenrace hoefde je niet lang te wachten.
Ze hadden wat te bepraten, de kermisgangers.
Bij de botsautootjes was het zelfs een beetje zielig. Slechts een handvol karretjes draaide rondjes, tweederde stond stil langs de kant. Een stuk of vijf puberjongens die er nog wat van probeerden te maken. Maar ik zag het aan hun gezichten, steeds tegen datzelfde vriendje botsen, dat gaat snel vervelen.
Hoe was het toen ik zelf als puber nog in zo’n botsauto mijn rondjes draaide? Het was toch een van de manieren om door het andere geslacht opgemerkt te worden. Botsen tegen het karretje van dat leuke meisje. Of er in ieder geval zo’n stoere rit van maken dat een van de leuke meisjes die quasi ongeïnteresseerd langs de kant stonden, je opmerkte.
De tijden veranderen. De jeugd flirt anders tegenwoordig, concludeerde ik.
Twee keer had ik die middag al een koppeltje agenten zien rondlopen. Alert en in vol ornaat, in het magere zonlicht blonken de pistolen, bungelend aan hun riemen.
Pas toen ik de fotograaf van de krant ontmoette, hoorde ik van de vechtpartij. Met honkbalknuppels was er vrijdagavond geslagen, bij de botsauto’s.
Op de terugweg moest ik denken aan de Gennepse kermis van 1978. Toen ik het meisje leerde kennen dat mijn vrouw zou worden. Die avond was er ruzie bij de danstent. Er was gestoken met een mes, voor een jongeman was het zijn laatste kermis geworden.
Misschien zijn de tijden toch iets minder veranderd.