Dwarskijker van woensdag 18 september 2024
Op maandag 18 september 1944, 80 jaar geleden, schreef zuster Rie Bloem in haar agenda: ‘Den geheelen dag nieuwsgierig geweest. We hoorden steeds schieten in de verte (…) In de loop van den dag steeds explosies korter bij of veraf. Den Oeffeltschen brug en de pont in den namiddag door de Duitschers opgeblazen.’
Een dag eerder had de Boxmeerse verpleegster geschreven dat er ontzettend veel Engelse vliegtuigen over Boxmeer kwamen, dat er parachutisten waren geland in Mook, dat Grave was bevrijd. De invasie – door de geallieerden – was een feit, schreef ze. En: ‘Opgewonden stemming, overal in het dorp.’
De Duitsers verschansten zich aan de andere kant van de Maas en het Land van Cuijk werd in de dagen die volgden bevrijd.
Deze week oefent de Nederlandse luchtmacht in deze regio, onder meer met laagvliegende helikopters. Want de piloten moeten leren hoe ze ladingen moeten droppen. Misschien krijgen we zo een kleine indruk van hoe het 80 jaar geleden moet zijn geweest. Schaduwen die als snel zwevende wolken over het land vallen. De lucht, zwaar van eentonig gebrom.
Misschien niet zo goed getimed.
Als wij het gebrom horen, weten we dat het oefeningen zijn. Onze voorouders konden enkel gissen: zijn dat onze bevrijders?
Rie Bloem zou niet lang van de vrijheid kunnen genieten. Op 23 oktober 1944 ging ze naar de Smakterheide. Daar zouden twee zwaargewonde jongens liggen die medische hulp nodig hadden. Ze trapte op een landmijn. Militairen vonden later haar ontzielde lichaam. Postuum werd haar in 1947 door het Rode Kruis de Florence Nightingale-medaille verleend. En ze kreeg twee straten naar zich genoemd, in haar geboortedorp Monnickendam en – veel later – in Boxmeer.