Dwarskijker van woensdag 3 juli 2024
Het is een alleraardigst marketing-idee: het Land van Cuijk toeristisch vergelijken met dé publiekstrekkers in de wereld. Het is reclame maken voor de regio met een vette knipoog, zoals we gisteren lazen in de krant. De Maasheggen vergelijken met de Amazone, het kleine museum in Beugen met het Moma in New York, dat brengt niet alleen een glimlach op het gezicht van de toerist, het laat ook zien dat we hier met de nodige zelfspot naar onszelf kijken. En zelfspot is een eigenschap die tegenwoordig te weinig te vinden is in de samenleving. Iedereen vindt zichzelf zó belangrijk…
Ik zag die marketingcampagne wel meteen als een aardig gedachtenexperiment. Het kleine van híer vergelijken van het grote van dáár, wat zou dat nog meer kunnen opleveren?
De Cuijkse tempel is nog niet klaar, maar ik zie nu al het plaatje voor me waarop die wordt afgebeeld naast het Pantheon in Rome (7 miljoen toeristen per jaar). Groeningen en Vierlingsbeek slaan de handen ineen en komen met een initiatief voor een eigen windturbine. Zelf stroom opwekken, net zoals ze in Colorado doen met de Hooverdam (ook 7 miljoen bezoekers), topattractie! Kasteel Tongelaar in Mill laat zich natuurlijk prima vergelijken met Schloss Neuschwanstein in Beieren (1,4 miljoen bezoekers). En wie zou er nog naar het verre China vliegen om daar de beroemde Muur (10 miljoen bezoekers) te bezoeken, als je ook naar Sint Agatha kunt om te flaneren langs de eeuwenoude muur van het Kruisherenklooster?
En de Kabouterboom in het Boxmeerse Weijerpark, ach ja, het volkje onder de holle boom dijt met de dag uit. Dus waarom nog zo’n dure reis naar Disneyland Parijs (9,9 miljoen toeristen) als je voor sprookjes naar Boxmeer kunt?