Dwarskijker van zaterdag 11 mei 2024
Een stuk of vijftien waren het er ooit. Misschien zelfs een paar meer. Tussen Grave en Maashees voeren ze over de Maas, voetveren, zeilveren, roeiveren en kettingveren die de inwoners van het Land van Cuijk overzetten naar het Limburgse of Gelderse land. En zij kwamen naar ons. Met de pont.
Vandaag en morgen zijn de nationale Pontjesdagen. De veerponten die er nog zijn, worden in het zonnetje gezet. Zodat we ons nog eens realiseren hoe belangrijk ze waren. Maar ook hoe belangrijk ze nog zíjn, voor de forens en de toerist. Ook al kent waterland Nederland nu ontelbare bruggen.
Ik las het gisteren in de krant en het is een stelling die klopt: wie de trein mist of in een file belandt, wordt chagrijnig. Maar als de veerpont aan de overkant ligt, denk je: ach, die zal zo wel komen. Het is een ongepland rustpunt tijdens de reis, maar wel een die nodig is in een jachtige tijd.
De zin deed me denken aan de stationsklok van Zürich, Zwitserland. Daarvan loopt de secondewijzer ietsje vóór. Als de wijzer bijna bij de twaalf is, stopt ie even. Om de tijd de kans te bieden de wijzer in te halen. Maar eigenlijk om de mens dat broodnodige moment van rust te geven, een seconde bevroren tijd om te bedenken: moet het allemaal zo gehaast, waar ben ik eigenlijk mee bezig?
Zonder pontjes zouden we vast andere mensen zijn geweest. We zouden de ander minder hebben gekend. De ander niet kennen, dat is de oorzaak van menig conflict. Zonder de veerpontjes, en zonder de latere bruggen, zouden we nog meer in onszelf gekeerd zijn dan we van nature al zijn. Goed dat ze er nog zijn, de drie pontjes tussen Cuijk en Middelaar, Sambeek en Afferden en Vierlingsbeek en Bergen. We moeten ze koesteren.