Dwarskijker van zaterdag 3 februari 2024
Paradijsvogels, uit Nieuw-Guinea, staan bekend om hun uitbundige verenkleed. De eerste vogelspotters waren zó onder de indruk dat ze meenden dat de vogel rechtstreeks uit het paradijs was neergedaald.
De paradijsvogel werden fabelachtige kwaliteiten toegedicht. Hij zou geen poten hebben. Als ie op aarde zou landen, betekende dat de dood, de vogel zou nooit meer kunnen opstijgen.
In de 17e eeuw wordt de vogel beschouwd als het voorbeeld van een rechtvaardige mens: die heeft geen poten om op de aarde te rusten en is daardoor zó vervreemd van het aardse, dat ie wel een hemelse geest móet hebben. Maar omdat ie geen gemeenschap met de aarde kan maken, kent hij wel een eenzaam, droevig lot.
Inmiddels gebruiken wij de term voor mensen met een excentrieke levenswijze. Er is wel eens een tv-programma aan gewijd.
Het Land van Cuijk gaat misschien tiny houses bouwen voor mensen die in een ‘normale woonwijk’ niet zo thuishoren. Misschien hebben ze psychische problemen, misschien hebben ze averij opgelopen door drugsgebruik. Een beetje uit de buurt van alles en iedereen, maar wel met de nodige hulp, worden ze in skaeve huse ondergebracht. Een Deens begrip dat ook andere gemeenten hiervoor gebruiken. Hoe noemen die gemeenten de bewoners? Waar ze in de jaren ’50 nog asocialen werden genoemd, klinken nu termen als ‘kwetsbare huurders’ of ‘hardnekkige probleemhuurders’.
Het Land van Cuijk noemt het paradijsvogels. Dat vind ik heel mooi gevonden. Laten we ze beschouwen zoals de eerste vogelspotters het diertje beschreven: een schitterend kleurig schepsel, zweven door de lucht, een tikkeltje losgeweekt van het aardse. Ze willen wel contact, maar dat gaat zo moeilijk, zonder pootjes.