(Gepubliceerd in FD Persoonlijk van het Financieele Dagblad van zaterdag 27 januari 2024)
Shinkichi Tajiri (1923-2009) was een Japans-Amerikaanse beeldhouwer die in de jaren ’60 in Limburg neerstreek en nooit meer vertrok. De bouwer van meters hoge krijgers en machine-achtige sculpturen werd een wereldberoemde beeldhouwer. Musea in Venlo en Maastricht eren ter gelegenheid van zijn honderdste geboortejaar Limburgs Japanse zoon.
Je zal maar als Japanner in de VS hebben gewoond, vlak na de aanval van Japan op de Amerikaanse legerbasis Pearl Harbor, in 1941. 120.000 Japanse Amerikanen werden in reactie daarop in concentratiekampen opgeborgen. Elke Japanner was nu de vijand.
Dat gold ook voor Shinkichi Tajiri. Geboren ín de VS, maar uit Japanse ouders en dus verdacht. Gelukkig was hij begiftigd met een talent: hij kon tekenen. Zo had hij een uitlaatklep om de uitzichtloosheid van een kamp in de woestijn van Arizona te vergeten. Hij schetste het leven in de barakken, maar ook de stofwind die als schuurpapier de huid van de kampbewoners geselde.
Toen werd hem een uitweg geboden. Hij liet zich in een uniform van het Amerikaanse leger hijsen en vocht in Europa mee tegen de nazi’s. In Italië raakte hij gewond, maar hij overleefde de hel. Met een rugzak vol onaangename ervaringen nam hij vervolgens een opmerkelijke afslag. In plaats van een maatschappelijke carrière, koos hij voor een weg vol obstakels die wel een duidelijke bestemming had: het kunstenaarschap.
Honderd jaar geleden werd Tajiri geboren. En dat viert Limburg met twee gelijktijdige tentoonstellingen. Waarom Limburg? Omdat de gelittekende beeldhouwer in Baarlo, onder de rook van Venlo, rust vond. En er prachtige beelden bouwde.
Wie Venlo nadert vanuit het noorden, kan er niet omheen. Of het nou per trein is of met de auto, wie de Maas oversteekt ziet ze staan, op elke oever twee. Bijna negen meter hoge Wachters die de stad lijken te willen beschermen. Zijn het landmarks die de reiziger vertellen: hier is het te doen? Nee, het zijn gietijzeren monumenten die herinneren aan de verschrikkingen van de oorlog. Tajiri maakte ze in 2007 en koningin Beatrix kwam ze onthullen, gadegeslagen door duizenden trotse Venlonaren.
Ja, trots zijn ze, de Limburgers, op hun Japanse beeldhouwer. Daarvan getuigen de twee met zorg opgetuigde tentoonstellingen in het Museum van Bommel van Dam (Venlo) en het Bonnefanten (Maastricht). Maar die trots moest wel groeien. Toen Tajiri in 1962 neerstreek in het kasteel Scheres in Baarlo, moesten ze best even wennen, de dorpelingen. Wat kwam die Engelssprekende Japanner doen in hun rustige dorp? Het ijs werd gebroken op een opvallende manier. Tajiri, kind van meerdere culturen, wist dat als je dichter bij de ander wil komen, je diens cultuur moet omarmen. En dus trok hij een zelfontworpen kostuum aan. En het bonte gezelschap dat zich inmiddels op het kasteeltje had verzameld, volgde zijn voorbeeld. Als een uitgelaten colonne uit Napoleons leger stapte de stoet mee in de carnavalsoptocht van Baarlo. Vanaf dat moment hoorden Tajiri en zijn entourage bij Baarlo zoals vlaai bij Limburg.
Maar hoe belandde de Japans-Amerikaanse kunstenaar in Limburg? Waarom bleef hij niet in de VS, zijn vaderland? Omdat dat vaderland hem niet wilde. Zo verwoordde hij het tegen dagblad De Gelderlander in 2007, bij de onthulling van Wachters bij de Venlose brug: ‘Ik had voor de VS gevochten, maar was nog steeds de vijand. Toen dacht ik: ‘Fuck America’.’
Geen warm bad voor hem in de VS, maar wel een studiebeurs. Daarmee trok hij naar de bakermat van de kunst, Parijs. Hij studeerde bij grote namen. Zoals beeldhouwer Ossip Zadkine (1888-1967) en Fernand Léger (1881-1955). Om geld te verdienen, ontwierp hij behang. In de museumshop van het Bonnefanten zijn ze verkrijgbaar, de patronen die hij destijds ontwierp, gedrukt op rollen behangpapier.
Na een mislukt huwelijk leerde hij in Parijs een Nederlandse kunstenares kennen: Ferdi Jansen (1927-1969). De liefde deed hem verhuizen naar Amsterdam, waar hij en Ferdi een gezin stichtten en ondertussen werkten aan elk een eigen repertoire. Toen de stad de ruimte niet meer kon bieden die Tajiri voor zijn uitdijende beelden nodig had, vond het stel een leegstaand kasteel in Baarlo. En dat werd de bakermat, de bron voor talloze kunstwerken.
Tajiri werd een begrip. En Ferdi ook. Maar de kunstenares, die ‘hortisculpturen’ vervaardigde, kleurige, aaibare, erotische bloemen en insecten in groot formaat, van imitatiebont en textiel, kon slechts kort van haar roem genieten. In 1969 stierf ze, 41 jaar jong.
Tajiri’s omvangrijk oeuvre laat zich onderscheiden in verschillende perioden en stijlen. Zowel in Venlo als in Maastricht zijn de voorbeelden te zien. Niet zelden verwerkte Tajiri negatieve ervaringen uit het verleden. In het Bonnefanten hangt een vervaarlijk uitziende metalen constructie uit 1954, met scherpe punten. Terecht dat het Cactus is genoemd. Het verwijst naar Tajiri’s verblijf in het kamp. Al in zijn Parijse jaren leerde hij lassen. Bij gebrek aan geld om materiaal te kopen, stroopte hij vuilnisbelten af op zoek naar oud ijzer, waarvan hij constructies bouwde. De lastechniek bleef hij trouw. Een goed voorbeeld is de uit 1963 stammende Toren van Babel, te zien in Venlo. Een ingewikkelde, verticale constructie die wat krakkemikkig oogt, maar dat is ook de bedoeling. Ook de oudtestamentische toren van Babel, bleek, dankzij de hoogmoed van de bouwers, een wankele constructie die ineenstortte.
In zijn latere leven raakte Tajiri gefascineerd door de cultuur van het vaderland van zijn ouders, Japan. Dan ontstaan werken rondom het thema van de Ronin, adellijke krijgers die zonder leiders en zonder vaderland dolend over de wereld gaan. De link naar Tajiri’s ontheemding is niet ver te zoeken.
In de jaren ’90 was Tajiri een tijdlang geobsedeerd door knopen. Hij maakte gladgepolijste werken van ijzer en hout, gebogen staven die een of meerdere knopen bevatten. In de Japanse cultuur staat de knoop symbool voor een band met de voorouders. Maar een knoop staat ook voor verbinding, voor vriendschap tussen volken, zo wilde Tajiri verbeelden.
In Venlo en Maastricht staan ook Tajiri’s fantasierijke, enorme machines. Ze zijn geïnspireerd op raceauto’s en robots. Sommige critici beschouwden de machines als oorlogstuig, als een verheerlijking van geweld. Maar de kunstenaar maakte ze juist uit protest tegen militarisering.
De twee exposities in Venlo en Maastricht vullen elkaar goed naan. In Van Bommel van Dam loop je in een grote zaal langs werken uit verschillende periodes. Dat geeft een treffend beeld van Tajiri’s vakmanschap, creativiteit en veelzijdigheid. De tentoonstelling in het Bonnefanten is samengesteld door de twee kleinkinderen van Tajiri, Tanéa en Shakuru. Ook hier veel beelden, maar de kunstwerken worden afgewisseld met een groot aantal documenten, foto’s en parafernalia uit Tajiri’s privéleven. Dat geeft een fraai en soms intiem inkijkje in een bijzonder kunstenaarsleven. Beide exposities zijn behalve heel informatief een lust voor het oog.
Tegelijk met de dubbelexpositie verschijnt een boek waarin de kleinkinderen het levensverhaal van hun grootvader rijk geïllustreerd samenvatten. De titel luidt De rusteloze wandelaar. Uiteindelijk vond de ontheemde Tajiri zijn thuis. Niet in Parijs, Amsterdam of dat kasteel in Baarlo, maar in zijn werk.
A long homecoming: een eeuw Shinkichi Tajiri. Museum van Bommel van Dam, Venlo. Nog te zien tot 22 maart 2024. www.vanbommelvandam.nl
Shinkichi Tajiri: The Restless Wanderer. Bonnefanten, Maastricht. Nog te zien tot 12 mei 2024. www.bonnefanten.nl