Dwarskijker van zaterdag 27 januari 2024
Ik ben van nature een optimist, maar dat grote vakantiepark tussen Beers en Linden, Dommelsvoort, daar geloof ik niet meer in.
Het duurt te lang.
Gisteren konden we weer lezen dat de ontwikkelaar op de rem trapt.
Natuurlijk vergen grote projecten als deze – het gaat om honderden vakantiewoningen – de nodige tijd. Maar er wordt al 25 jaar over gepraat. Het bestemmingsplan is klaar en de dassenburcht was verhuisd. De gemeente stak er voor 12,5 miljoen euro gemeenschapsgeld in. En wat doen de projectontwikkelaars?
Niks.
Ze wachten af tot het economisch klimaat op zijn gunstigst is. Tot het verdienmodel het meeste profijt geeft.
Ondertussen gijzelen dit soort ontwikkelaars de lokale overheid. Die maakt plannen, steekt er gemeenschapsgeld in, trekt twijfelende buurtbewoners over de streep en vertelt pers en wie het maar wil horen dat het vakantiepark straks miljoenen vakantie-euro’s in het laatje brengt. En werkgelegenheid.
Werkgelegenheid?
Er is geen mens te vinden die straks die lakens wil uitwassen en die haren uit de doucheputjes wil vegen. Ja, die zijn er wel. Maar dat zijn arbeidsmigranten. Arme sloebers uit het oosten. Die hier ook moeten wonen. Die de druk op de woningmarkt vergroten. En dan krijgen we de paradox dat de woningnood stijgt omdat we te veel vakantiewoningen bouwen. Tweede woningen voor de Nederlander.
Ik zou zeggen: laat maar. Jammer van die 12,5 miljoen, had die euro’s maar meteen in de Kraaijenbergse Plassen gerold. O nee. Daar zitten al te veel metalen in.
Die geëmigreerde dassenfamilie had de luchtfietserij veel eerder door. Die zijn lekker terug op de stek. En wij? We wachten af. Tot het volgende uitstelberichtje in de krant. En het volgende.