Dwarskijker van zaterdag 2 december 2023
Ik moet die studenten uit Grave en Rhenen gelijk geven. Inderdaad zitten de meeste treinreizigers gedurende het grootste deel van de reis op hun mobiele telefoons te staren. De twee studenten van de Hogeschool Arnhem en Nijmegen vinden het een gek automatisme dat je naar je mobieltje grijpt zodra je een plaats in de trein hebt bemachtigd. Waarom gaan de reizigers niet gezellig met elkaar kletsen, zo vroegen de studenten zich af.
Hun project, ‘Ontspoord’ genaamd, heeft tot doel de reizigers weer aan het praten te krijgen. Door bordjes in de coupés te plaatsen waarop staat ‘mobielvrije zone’. En ‘kletskaarten’ op de tafeltjes om reizigers aan het praten te krijgen.
Ik kan me niet herinneren dat toen mobieltjes in de trein nog geen gemeengoed waren, dat iedereen toen met elkaar zat te kletsen. Af en toe ontstond er wel een gesprekje tussen wildvreemden. Als er iets onverwachts gebeurde, als een conducteur bot deed tegen een puber die zijn schoenen niet van een bank wilde halen, als buiten een opvallend fenomeen te zien was. Maar om nou te zeggen dat in de trein continu gesprekken tussen wildvreemden ontstonden, nou nee. In het pre-mobieltjestijdperk werd tussen reizigers die elkaar niet kenden voornamelijk gezwegen. Er werd gelezen, in een boek, in de krant of in Spoor, het gratis magazine van de NS. Of er werd naar buiten gekeken, naar het Nederlandse landschap dat elke dag anders is.
Ik wens de studenten veel succes met hun project. Maar ik geloof er niet in. De meeste reizigers gebruiken die mobieltjes niet om contact met de buitenwereld te hebben of om de reistijd te doden, ze gebruiken ze als een excuus om juist níet te hoeven praten. Om de ander te ontwijken.