Dwarskijker van woensdag 29 november 2023
De dierentuinen van Kleef en Overloon gaan meer samenwerken. De directeur van het Overloonse Zoo Parc gaf in deze krant een aardige verklaring: ‘We zitten hier vlak bij de grens. Maar dieren trekken zich hier niets van aan, die lopen ongestoord op en neer tussen beide landen. Wij als mensen moeten dat ook veel meer doen.’
Hij heeft het vast niet zo bedoeld, maar in het licht van de huidige politieke werkelijkheid, vind ik het best een prikkelende uitspraak. Dat wij ons minder van grenzen moeten aantrekken. Ik meen dat de mentaliteit onder veel Nederlanders nu van een andere orde is. Dat we liever de grenzen in ere herstellen en dat ongehinderd heen en weer reizen aan banden willen stellen. Voor zover het ‘de anderen’ betreft, tenminste.
De directeur bedoelt natuurlijk dat wij vaker elkaars dierentuinen moeten bezoeken. Maar dan nog is de uitspraak bijzonder. Om een dierentuinmanager te horen zeggen dat dieren ongestoord op en neer lopen tussen Duitsland en Nederland. Als die vrijheid om te gaan, te staan en te vliegen waar je maar wil érgens níet bestaat, dan is het wel in de dierentuin. Me dunkt dat dieren binnenhouden juist de kerntaak is van een dierentuin. Het hek vormt de bestaanszekerheid van een dierentuin.
Vroeger, toen Zoo Parc er nog niet was, kwamen we er geregeld, in de Tiergarten in Kleef. Met veel plezier. Het is overzichtelijk en een beetje kneuterig misschien. Het kwam nogal eens voor dat een dier een baaldag had opgenomen en in zijn nachthok bleef. Dan waren er altijd nog de geitjes in de kinderboerderij die zich geduldig lieten aaien. Daarna liepen wij tevreden door de poort naar buiten. Bèh zeiden de geitjes. Het klonk een tikkeltje jaloers.