Dwarskijker zaterdag 18 februari 2023
Of ik carnaval ga vieren, vraagt de kapster. En ik zeg, net als vorig jaar – maar dat ze dat niet meer weet, neem ik haar niet kwalijk, zie al die koetjes en kalfjes maar eens uit elkaar te houden die ze met al die pratende hoofden in haar spiegel bespreekt – dus ik zeg: ‘Neuh, ik sla maar eens een jaar over.’
Dan zegt ze dat ze zelf aan vier optochten deelneemt. Tenminste… als het haar lukt om de afsprakenlijst van zaterdag – vandaag dus – in toom te houden. ‘Veel klanten hebben er begrip voor, dat ik zaterdagmiddag carnaval wil vieren.’
‘Wat heb je toch fijne klanten’, zeg ik en ik denk: daar hoor ik toch maar mooi bij.
Terwijl ze met de tondeuse in de weer gaat, stel ik me dat gezicht tegenover me voor met een laagje schmink. Ik weet al niet meer hoe die carnavalsvierder eruitziet, het is te lang geleden.
Stel dat ik me wél zou onderdompelen in het carnavalsgewoel. Hoe zou ik me verkleden? Carnaval is het feest van de satire. Een raar petje opzetten, is niet genoeg. Je mag gerust een vileine boodschap uitstralen, vind ik. Zoals die Asterix en Obelix in Cuijk doen. Ze delen een plaagstootje uit aan de bedenkers van dat plan om een Romeinse tempel te herbouwen. En dan weet ik het. Ik zou me bij hen aansluiten en me ook verkleden als een bewoner van het Gallische dorpje uit het stripboek. Als de baas van het dorp, Abraracourcix? Nee, te veel eer. Panoramix dan, de druïde van de toverdrank? Nee, mij te spiritueel. Het personage dat het dichtst bij me komt, is dat van Assurancetourix, de bard van het dorp. De manier waarop hij met zijn liedjes commentaar geeft op het dorp, wordt weinig gewaardeerd. Dat pak past me vast.
Ik wens mijn kapster veel plezier. En u ook.