Dwarskijker woensdag 30 november 2022
Het Oorlogsmuseum in Overloon doet oorlogstuig dat het dubbel heeft van de hand. Lijkt me logisch. Wat moet je met twee dezelfde tanks of amfibievoertuigen? Niets. Het museum wil een verhaal vertellen, een verhaal over een wereldbrand die we nooit meer willen meemaken. Dan moet één exemplaar van een specifiek wapen of voertuig dat een rol heeft gespeeld, meer dan voldoende zijn, dunkt me.
Tenzij je denkt dat je ze ooit nog moet gaan inzetten. Maar ik meen niet dat dat tot de doelstelling van het museum behoort, een depot vormen voor het geval de derde wereldoorlog uitbreekt. Afgezien daarvan: het is antiek spul, hè.
Jaap de Groot verzamelde zijn leven lang tanks en ander materiaal uit de Tweede Wereldoorlog. Toen zijn verzamelwoede uitdoofde, dacht hij een goede deal te sluiten met het Oorlogsmuseum. Het museum kreeg zijn verzameling, en in ruil verwachtte De Groot spotlights. Credits en erkenning voor wat hij had zijn leven lang had gedaan. Een borstbeeld, zijn naam in grote letters in het museum, u snapt het al: Jaap de Groot dacht een soort van onsterfelijkheid te kunnen vergaren.
Maar van ruilen komt huilen. Al bij zijn leven bleek de deal voor De Groot zelf niet goed uit te pakken, het museum zou al direct niet goed omgaan met zijn collectie en het borstbeeld dat Jaap de Hoop Scheffer voor hem in het museum onthulde was niet genoeg. Nu, vijf jaar na zijn dood, vindt de familie opnieuw of nog steeds dat er niet goed met zijn nalatenschap wordt omgegaan. Want het museum ruilt dubbele.
Eigenlijk gaat het nergens over. Of ja, het gaat over de verering van een individu. Maar daar is een Oorlogsmuseum niet voor bedoeld. Ik zou zelfs zeggen: eerder het tegendeel.
Foto: Jaap de Groot in het Oorlogsmuseum, foto Ed van Alem