Over de tentoonstelling Mystiek in het Limburgs Museum te Venlo
Gepubliceerd in het Financieele Dagblad van 12 december 2022
Mystiek, dat klinkt geheimzinnig en religieus. Maar het streven naar contact met het hogere – dat is mystiek – is ook een esthetische ervaring. Dat toont ons het werk van hedendaagse kunstenaars, zoals onder meer te zien in het Limburgs Museum in Venlo.
In een kloostertuin in het Brabantse dorp Sint Agatha staat een bijzondere kapel: hij is éénpersoons. Het is geen bouwwerkje uit de veertiende eeuw, toen dat oude klooster van de kruisheren werd gesticht, nee, dit moderne kapelletje is pas twee jaar geleden uit een boom gesneden. Het is een kunstwerk.
Shelter, zo heet de sculptuur van de Arnhemse beeldhouwster Maria Roosen (1957). Van veraf oogt het als een non in contemplatie, van dichtbij blijkt het een gestileerde, uitgeholde boom. Als je je door de smalle opening wurmt, voel je je direct geborgen. Het enige wat wellicht wat wringt, zijn die twee borsten die aan de binnenkant uit het hout zijn gesneden. Hoewel ze de vrouwelijkheid van het beeld, van die holle boom met de geborgenheid van een baarmoeder, wel versterken. Maria Roosen verwijst ermee naar de heilige Agatha van Sicilië, naamgeefster van dorp en klooster, een martelares wier borsten werden afgesneden.
Nu is een kloostertuin bij uitstek al een plek van contemplatie en verstilling en een kunstwerk als dit, versterkt dat. Wat dit kunstwerk echter bijzonder maakt: hier komen twee ervaringen van mystiek bij elkaar: de religieuze en de esthetische.
Pakweg 50 kilometer zuidelijker, in Venlo, versmelten die twee ervaringen zich ook. In het Limburgs Museum vindt een tentoonstelling plaats rondom het thema mystiek. Daar ontdek je dat mystiek, ooit volledig verweven met religiositeit, ook vandaag de dag nog een thema is dat niet-religieuze kunstenaars aanspreekt en inspireert. Al is de verwijzing naar religie soms niet ver weg. Zo word je bij binnenkomst geconfronteerd met een moderne kruisiging: die van een chimpansee. Het werk van Les Deux Garçons, het kunstenaarsduo Michel Vanderheijden van Tinteren (1965) en Roel Moonen (1966) heet niet voor niets La confrontation.
Mystiek, dat is streven naar een contact met iets buiten jezelf, met het hogere. Van oudsher verbonden met religie, het hogere is het goddelijke. Niet alleen in het christendom. Joden noemen het kabbala en het soefisme is een islamitische vorm van mystiek. Nu met name in het westen het religieuze leven een neergang doormaakt, zou je verwachten dat ook het verlangen naar een mystieke ervaring is verdwenen. De behoefte van de mens om ziel en ‘iets daarbuiten’ te verenigen, is, nu zingeving en spiritualiteit in de plaats van religie zijn gekomen, niet minder geworden.
Een niet-religieuze vorm van mystiek bestaat al langer, die manifesteerde zich met name in de beeldende kunst vanaf de negentiende eeuw. De religieuze ervaring is ingeruild voor de esthetische ervaring. Overvallen worden door een voorwerp van schoonheid, je klein voelen in een onherbergzaam berglandschap, mensen ervoeren dat als een nieuwe vorm van mystiek en kunstenaars wisten dat gevoel op te roepen. Een moment, hoe kort ook, van buiten jezelf treden, van overdonderd zijn door een natuurbeleving of werk van grote schoonheid.
Caspar David Friedrich (1774-1840) was een schilder die de kijkers op die manier probeerde te raken. Hij schilderde denkbeeldige landschappen en wilde de toeschouwer confronteren met machtige natuurverschijnselen. Daarvan getuigt zijn beroemdste werk, Der Wanderer über dem Nebelmeer. Hij stelde de nietige mens tegenover de grootheid van de natuur en zijn landschappen staan bol van de symboliek.
Ook bij Vincent van Gogh (1853-1890) is de mystiek niet ver te zoeken. Bij de domineeszoon, die aanvankelijk prediker wilde worden in plaats van kunstschilder, was een diep besef van het hogere altijd aanwezig. Hij verlangde ernaar om werk te scheppen dat met het goddelijke kon evenaren. Hij kon in extase raken door een zonsondergang om daarna in een van zijn vele brieven zijn afgunst te bekennen: ‘Goddomme, hoe doet zo’n kerel of God dat!’
Mystiek kan, zo vertelt ons de tentoonstelling in Venlo, niet zonder rituelen. Beschouw ze maar als instrumenten om contact te maken met ‘het hogere’. Onze verre voorouders richtten grote gedenktekens op, zoals Stonehenge of Carnac in Bretagne, waar ze bijeenkwamen om rituele handelingen te verrichten. Gezamenlijk beleefde rituelen brengen grote groepen mensen in extase – soms ook geholpen door psychedelische middelen – en dan is ‘contact’ met het hogere dichtbij. Maar rituelen kun je ook zien als vormen van bezwering. Kunstenaar Ted Noten (1956) heeft zo’n ritueel. Elke keer als hij zijn atelier afsluit, bedankt hij het hok waarin hij creatief heeft mogen zijn door met zijn sleutel een krasje te maken op de ijzeren deur aan de buitenkant. Er staan al duizenden krasjes op. Van Noten is in Venlo een bijzondere sculptuur te zien: het oogt als het frame van een rolkoffer, symbool van de reislust van de moderne mens, nieuwsgierig naar verre en vreemde streken. Maar de kunstenaar heeft in het transparante werk van acryl kruisbeeldjes gegoten uit de nalatenschap van zijn gelovige grootmoeder.
Volgens de Belgische kunstenaar Koen van Mechelen (1965) is kunst maken op zichzelf al een ritueel. Hij exposeert in Venlo onder meer een in zwart marmer uitgevoerd beeld van een baby, zittend op een voetstuk van een encyclopedie. Het kindje heeft een soort van blinddoek voor, waardoor het verstild lijkt in zichzelf. Zoals kinderen doen als ze voor het eerst verstoppertje spelen: de handen voor de ogen, in de veronderstelling: als ik jou niet zie, zie jij mij ook niet.
Mystiek kan niet zonder stilte en verstilling. Dat laatste probeert de eveneens uit België afkomstige beeldend kunstenaar Hans op de Beeck (1969) te bereiken. Dat de toeschouwer zichzelf, of in ieder geval zijn eigen verhalen even vergeet, en zich verliest in het beeld dat hij of zij bekijkt. In het Limburgs Museum is een centrale plek ingeruimd in een bijna sacrale, donkere zaal voor Op de Beecks monumentale werk My bed a raft, the room the sea, and then I laughed some gloom in me. Een slapend meisje op een bed, het boek waarmee ze zich in slaap las dichtgevouwen in haar handen, dat bed drijvend op een vijver vol bloeiende lelies, alles uitgevoerd in een monochroom grijswit. De verstilling kan zomaar optreden als je bereid bent even dit beeld te geloven, te geloven dat daar een meisje ligt te slapen dat je niet wakker wil maken. Als op kousenvoeten loop je om het kunstwerk heen en even bèn je die rustende persoon op dat bed, wiegend op het water. Je stelt je voor dat het meisje prettig droomt, dat je die droom met haar deelt. Heel even maar, maar lang genoeg om dat moment van verstilling te ervaren.
Als je ervoor openstaat tenminste. Anders blijft ook deze kunst niet meer of minder dan kunst. Wat op zichzelf ook de moeite waard is.
Het kunstwerk Shelter van Maria Roosen maakt deel uit van de Kapellenbaan, een door Antoine Achten geïnitieerde reeks permanente kunstwerken in de buitenlucht rondom het thema verstilling, in Oost-Brabant en Noord-Limburg. Zie voor meer info www.kapellenbaan.nl.
De tentoonstelling Mystiek is te zien in het Limburgs Museum in Venlo tot en met 19 maart 2023. Zie voor info www.limburgsmuseum.nl
Foto bovenin: Hans op de Beeck, My bed a raft