Leuk, een babyboom. Volgens het CBS zijn in de eerste helft van 2021 meer kinderen geboren dan in het eerste halfjaar van 2020. Brabant staat van de provincies op de tweede plaats van de stijgers: plus 8,4 procent. In ons Land van Cuijk valt vooral de stijging in Boxmeer op. Het ziekenhuis speelt natuurlijk een grote rol, desondanks mag je een stijging van 40,6 procent – 149 baby’s in een halfjaar tegen 106 in de eerste helft van 2020 – wel bijzonder noemen.
De cijfers logenstraffen de bewering dat stelletjes in tijden van crisis, vanwege de onzekere toekomst, minder kinderen verwekken. In andere landen blijkt dat nog wel het geval te zijn, wellicht hadden Nederlanders meer vertrouwen dat we die pandemie wel even zouden fixen. Ik las ook dat de mentale en fysieke rust die het gevolg was van thuiswerken en lockdown het vrouwenlichaam in de juiste stemming brengen om zwanger te worden.
De geboorte-plus tekent zich niet in het hele Land van Cuijk af: Cuijk, Grave en Mill noteren juist lagere cijfers dan een jaar eerder. Maar met de fusiegemeente in zicht, moeten we dat onderscheid maar eens achter ons laten. Laten we gewoon doen alsof de gemeente Land van Cuijk al bestaat. Dan noteren we een plus van 34 baby’s in het eerste halfjaar en met september, dé geboortemaand, in het vooruitzicht mogen we dat voor heel 2021 wel verdubbelen naar 68.
Er is nog wel een dingetje: tegenover de babyboom staan de sterftecijfers van 2020: 112 meer doden dan in het jaar daarvoor. Dat verschil hebben de jonge stelletjes nog niet goed gemaakt. We kunnen ze een beetje opjutten nog beter hun best te doen. Of we laten ons hart spreken en bieden opvang aan zo’n vijftig Afghaanse vluchtelingen…