Het zal dit weekend wel druk worden aan de waterkant. De Maas wringt zich uit haar zomercorset en vlijt haar vlezige kwabbenvloed, met de oerkracht van moeders eigen, wellustig over onze uiterwaarden neer.
‘Kom, even kijken naar de Maas.’
Tuurlijk doen we dat dit weekend, kijken naar de Maas. Zoals ik het gisteren bij het krieken van de dag ook al deed. Tegen beter weten in – de vloed had amper Maastricht bereikt – ging ik toch al licht gespannen de dijk op. Toch die kleine teleurstelling toen de Maasheggen zich in volle glorie, dat wil zeggen groener dan ooit, voor mijn ogen ontvouwden. Geen glinstering, geen spoor van water te zien.
Hoog stond het water wel, maar ik zag het pas staande op de zomerdijk. Zag dat het water al aan het talud knabbelde, maar zich nog netjes binnen de met Rijkswaterstaat afgesproken boorden hield. Beetje raar wel, dat je op een plek bent waar je over 24 uur wordt meegesleurd, de diepte in. Dit is vast het gevoel, dacht ik, terwijl ik zag hoe de rivier, met grote snelheid maar nog steeds gedisciplineerd, voorbij stroomde, het gevoel dat bewoners in de Cariben overvalt als meteorologen een orkaan hebben voorspeld terwijl de zee er nog bijligt als een baby zuigend aan een moederborst.
De kracht van de natuur heeft nog een tweede kracht, realiseerde ik me toen: die van de aantrekking. We weten dat de zomervloed al tientallen slachtoffers heeft geëist, voor miljoenen schade en ellende heeft veroorzaakt in de Eifel en in ons eigen heuvelland. Dat ie wellicht in onze contreien nog de nodige ellende gaat opleveren. Toch is die aantrekkingskracht niet te weerstaan. Komt zien hoe machtig ik ben, zegt de natuur. En ga nondeju je verstand gebruiken.