In Stevensbeek zien ze het niet zitten, een zonnepark. De dorpsraad heeft de mening van de bewoners gepeild. Van de 180 mensen die deelnamen aan de peiling zijn 170 mensen tegen.
Klinkt ook mooier dan het is, een zonnepark. Lekker lui liggen in het kriebelende gras en je overgeven aan de zalige zon die een zomers tintje over je huidje spant, als een modern zonnepark er zó zou uitzien, dan hadden 180 van de 180 vast wel ja gezegd.
Maar het Stevensbeekse zonnepark aan de Lactariaweg wordt geen zonneweide. Je zult er straks geen zee van kleurige parasols zien, maar een strak verband van spiegelende zonnecollectoren, geplaatst in een weloverwogen hoek ten opzichte van de zon. Geen gras voor een zonnebad, maar een weiland voor zonne-energie.
In Stevensbeek weten ze vast ook wel dat stroom uit fossiele brandstoffen de aarde naar de kloten helpt. Dat als we niet stoppen met gas halen uit de Groningse grond de inwoners dáár met huis en al wegzakken in de bodem. Maar ze vragen zich af waarom juist zíj de aarde moeten redden.
De woordvoerder van de dorpsraad is boos. Het lijkt erop dat de gemeente Sint Anthonis de peiling niet serieus wil nemen. Ze gooien de ‘kernendemocratie’ overboord, schampert hij.
Kernendemocratie? Dat is het toverwoord waarmee de fuserende gemeenten de inwoners proberen gerust te stellen. Dat de dorpjes straks gehoord blijven worden. Er valt nog een hoop uit te leggen, geloof ik. In ieder geval in Stevensbeek. Dat kernendemocratie iets anders is dan kernenautonomie. Afgezien daarvan: zolang er in Nederland nog een vierkante meter dak van een stal of fabriekshal niet met zonnepanelen is bedekt, je gras moet gebruiken waarvoor het is bedoeld: grazen.