Tuurlijk is dat het voordeligst: álle clubs van Vierlingsbeek onder één dak. Dus toen de laatste katholiek de laatste kaars had uitgeblazen in de Laurentiuskerk, meende de Boxmeerse gemeenteraad wel als eis te kunnen stellen dat het een multifunctioneel centrum moest worden waar ook de jeugd- en jongerenclubs onderdak zouden vinden. Multi moet het worden, in optima forma.
De kids van Vierlingsbeek zagen de bui al hangen. Ze hebben hun eigen multifunctionele gebouw aan de Grotestraat. Tikkeltje belegen misschien maar ach, jongeren zitten niet op led-verlichting te wachten. Of glad gestukte muren waarop je alleen door de beheerder goedgekeurde affiches mag ophangen in dure wissellijsten. Vier muren en een dak, licht en verwarming, meer hebben ze niet nodig. Wat voor jeugd en jongeren veel belangrijker is, is dat ze een beetje met rust gelaten worden. Dat ze de dingen zelf mogen organiseren, op geheel eigen wijze. Niet te veel pottenkijkers. En vooral: geen ouwe zeikerds die zeuren dat de muziek te hard staat. Niet van die zeikbriefjes met uitroeptekens op het gezamenlijke prikbord: Glazen omspoelen! Stoelen stapelen na afloop! Tafels terugzetten in carré-opstelling!
De kids van Vierlingsbeek willen hun honk behouden. Handen af van het JOC!, zo luidt de strijdbare leus waarmee ze grote mensen die vergeten zijn dat ze ooit kind waren laten weten hoe ze erover denken. Gelijk hebben ze. Laat Wammes Waggel, Toffe Totems, Catootjes en Gryphus hun eigen boontjes doppen. Straks, als ze groot zijn, kunnen ze nog lang genoeg kienen in een tot multifunctioneel centrum omgebouwd kerkgebouw waar de geur van wierook en waskaarsen is vervangen door die van boenwas en bleek.