De omwonenden van De Kuilen in Langenboom pakken het anders aan. Ze zijn tegen de plannen van een ondernemer die er een vakantiepark wil realiseren. Ze zijn bang dat het nog drukker wordt bij de voormalige zandafgraving. Weg rust.
Wat doe je als burger als je het niet eens bent met het plan van een ondernemer? Zelfs als dat, zij het met wat kanttekeningen, wordt gesteund door de lokale overheid?
Je tekent bezwaar aan. Als het dagelijks bestuur van de gemeente, door jou democratisch in het zadel geholpen, niet van plan is je je zin te geven, ga je in hoger beroep. Uiteindelijk heeft ergens in een gebouw aan de Kneuterdijk in Den Haag ’s lands hoogste rechtscollege in dit soort gevallen, de Raad van State, het laatste woord. Wijzen ook die wijze raadsheren en -dames je bezwaren af, dan is het slikken. Of verhuizen.
De omwonenden van De Kuilen hebben blijkbaar weinig vertrouwen in de goede afloop. Ze hebben de handen ineengeslagen, de spaarrekeningen geplunderd – op de bank krijg je er toch geen sou meer voor – en een stuk grond gekocht dat die ondernemer nodig heeft voor de realisatie van zijn recreatiepark. Lekker puh.
Ik ben ook geen fan van grote recreatieparken in dit kleine Nederland. Maar ik weet ook dat het onverstandig is om met zijn allen naar Turkse badplaatsen te vliegen. Een beetje inschikken om in eigen land te kunnen recreëren, we moeten het er op zijn minst over hebben.
Wat bewijst de actie van de omwonenden? Dat de handen ineenslaan werkt. Mooi. Maar ook dat wie geld heeft, een ander kan dwarsbomen. Daar wringt de schoen. Meen dat we dit democratisch systeem, met het bijbehorende recht, juist hebben ingevoerd om de macht van het geld in te dammen.
Foto: Ed van Alem