Je verwacht dat een bedrijf als ProRail mensen in dienst heeft die kunnen uitrekenen wat een spoorstaaf een een meter bovenleiding kosten. Blijkbaar niet.
De elektrificatie en deels verdubbeling van de Maaslijn zou in 2015 een slordige 154 miljoen euro kosten. Vier jaar later, in 2019, rekende ProRail het nog een keer uit. Toen kwam onder de streep 213 miljoen te staan. Dat was slikken, maar de vier partijen die de al zolang uitgestelde opwaardering van de Maaslijn zouden bekostigen, reserveerden braaf het benodigde geld: de provincie Limburg legde 99,9 miljoen opzij, Brabant 31,6 miljoen, Gelderland 21,5 miljoen en het Rijk vulde de resterende 60 miljoen aan.
Aan de slag!
We zijn een paar procedures verder, maar er is nog geen schop de grond in gegaan. Begin dit jaar werd bekend dat ProRail in 2019 slordig was geweest. Het zou duurder worden. Limburg steigerde. De PvdA in de Tweede Kamer diende een motie in die werd aangenomen: het Rijk zou de meerkosten voor zijn rekening nemen.
Deze week werden de cijfers bekend. De nieuwe Maaslijn wordt nog eens 78 miljoen euro duurder. Dat zijn 3.777.239 enkele reisjes Boxmeer-Maastricht.
ProRail heeft zo’n beetje álles te laag geraamd, zowel het aannemerswerk en de kabels als de beveiliging.
Wat zegt de staatssecretaris? We gaan praten met de provincies over de verdeling van de meerkosten. Huh? Wie is ook alweer grootaandeelhouder bij ProRail? Juist. Het Rijk. Ik zou zeggen: op je eigen blaren zitten en netjes dokken. We wachten al sinds 1883 op een schone, snelle trein.
Groningen heeft aangeboden een kwart van de woningbouwopgave op zich te nemen, in ruil voor nieuw spoor. Ik weet het al: onze spoorstaven gaan naar het noorden.
Foto: Geurt Franzen