Aflevering 109 van Sprekend Verleden
Pastoor Antoon van Koolwijk is een grote naam in het kleine Linden. Hij richt in 1813 in het dorp een seminarie. Gedurende zestien jaren, tot aan zijn dood in 1829, leidt hij niet minder dan 164 priesters op.
De priesterstudenten krijgen les in het parochiehuis naast de Lambertuskerk. Er is geen internaat en daarom wonen de studenten bij boerenfamilies in het dorp. Na hun priesterwijding blijven ze elkaar regelmatig ontmoeten: het Lindense seminarie smeedt naast godsvruchtige dienaren Gods ook warme banden.
Ook Hendrik Zwarts, een boerenzoon uit Vortum, voelt zich geroepen. Het seminarie in Linden is dichtbij en heeft een goede naam dus hij schrijft zich in bij pastoor Van Koolwijk.
Als de jonge theologanten door het dorp lopen, kijken ze natuurlijk niet constant in hun brevier. En de Lindense boerendochters slaan hun ogen ook wel eens op als zo’n jonge kerel door het dorp schrijdt. Hendrik ervaart dat het vlees zwak is. Of is de roeping niet sterk genoeg? In ieder geval raakt hij in 1817, dan 21 jaar oud, in de ban van een Lindens meisje, de twee jaar oudere Hendrina Kuijpers. Als Cupido eenmaal zijn pijlen heeft afgeschoten, helpt daar geen ene moer aan. Dan komt de dag dat de Vortumse boerenzoon, tot over zijn oren verliefd, maar ongetwijfeld met een zwaar gemoed, de gang naar de pastoor maakt om zijn vertrek aan te kondigen. Waarna een lichtere stap volgt, die naar de vader van Hendrina, om de hand van zijn dochter te vragen.
Op 10 augustus 1817 trouwt het verliefde stel. Hendrina raakt snel zwanger, al in mei van het jaar daarop wordt hun eerste kind, een meisje, geboren.
We vinden de gesjeesde priesterstudent twee jaar later terug in Boxmeer. Daar komt het tweede kind van het echtpaar ter wereld, een meisje dat slechts een maand zal leven. Hendrina’s schoot blijft echter zeer vruchtbaar: uiteindelijk krijgt het stel tien kinderen.
Hendrik is geen priester geworden, maar wat dan wel? Boer, net zoals zijn vader en schoonvader? Nee, hij wordt bierbrouwer. In Boxmeer neemt hij brouwerij De Vijf Ringen over. Die ligt aan de Keistraat, die we anno 2021 als Steenstraat kennen. Op de plek van de brouwerij ligt nu hotel Riche.
Hendrik mag zijn roeping dan verzaakt hebben, zijn godsvrucht weet hij uitstekend over te brengen op zijn nageslacht. Drie van zijn vijf zonen worden priester en twee dochters gaan het klooster in, worden non in Weert en Antwerpen.
Als Hendrik op 15 juli 1868, op 72-jarige leeftijd, sterft, blijkt hij goed te hebben geboerd. De kinderen erven een aanzienlijk bezit. Behalve het huis en de brouwerij aan de Keistraat laat Hendrik in Boxmeer nog een huis en zestien percelen bouwland na. Ook diverse percelen bouwland onder Wanroij, heide en water te Sint Anthonis, bouwland en een huis met bakhuis onder Beugen en ook de helft van een aantal bezittingen te Boxmeer, waaronder een derde huis en negen percelen bouwland.
Zoon Henricus neemt de brouwerij over. De twee nonnetjes zijn er niet bij als de notaris de erfenis bekendmaakt. Beiden zien af van hun erfdeel; zij hebben immers de gelofte van armoe afgelegd en zijn ‘dood voor de wereld’.
Bij de foto: de Lambertuskerk in Linden. Foto: Geurt Franzen