Aflevering 108 van Sprekend Verleden
Het spoorboekje van ’64/’65 heeft een nieuwigheidje: vanaf 31 mei 1964 komt er een sneltrein tussen Nijmegen-Roermond! Eén in de ochtend en één in de avond, beide vice versa. De ochtendtreinen (vertrektijden tussen 8 en 9 uur) stoppen alleen in Tegelen, Venlo en Venray, de avondtreinen (vertrek tussen 17 en 18 uur) ook in Cuijk.
Goed nieuws voor de forens dus. Maar al na twee maanden hoor je kwaaie berichten. Het is gevaarlijker geworden, zo wordt gefluisterd. Wie het spoor wil oversteken, moet verdomd goed uitkijken. En als het zelfs in de krant staat dan zal het wel waar zijn: ‘Balans van twee maanden sneltrein op lijn Nijmegen-Venlo: vijf doden!’ (Peel en Maas van 4 september 1964).
Oversteken wás al gevaarlijk. Niet minder dan 26 spoorwegovergangen tussen Nijmegen en Venlo zijn onbewaakt. Daarvan liggen er dertien tussen Venray en Cuijk. Onbewaakt, dat wil zeggen dat er zelfs geen knipperlichtinstallatie staat.
Zijn de vijf doden inderdaad te wijten aan de sneltrein?
Het is zes minuten over 9 op maandag 29 juni 1964 als Antonetta Meijers-Benders (48) uit Cuijk, moeder van acht kinderen, op haar fiets een onbewaakte spoorwegovergang in Cuijk oversteekt. Ze wordt gegrepen door een trein en is op slag dood. Het is inderdaad de sneltrein uit Roermond die tien minuten later in Nijmegen wordt verwacht.
De sneltrein uit Roermond eist op 25 augustus 1964 in Grubbenvorst twee levens. Hij raakt op een onbewaakte overgang om 17:38 uur de auto van Bernardus Thielen (24) uit Venray. Hij en zijn passagier, Cornelia Geurtjens (17) uit Bergen (L), zijn op slag dood.
Zes dagen later, in de avond van 31 augustus, is de onbewaakte spoorwegovergang in de Zandsteeg in Sambeek een triest decor. De trein raakt een overstekende auto waarin twee jonge mensen zitten. Henrica Derikx (18) uit Venray overlijdt ter plekke. Haar verloofde, Johannes van Keken (19), uit Amersfoort, die in Venray studeert voor verpleger, wordt zwaargewond naar het Boxmeerse ziekenhuis gebracht. Een uur later sterft ook hij. Het ongeluk gebeurde om 19:53 uur. Dan kan het alleen een stoptrein zijn geweest.
Drie mensen, en dus niet vijf, die omkomen bij een aanrijding met de sneltrein. Dat je nóg beter moet opletten bij het oversteken van een onbewaakte spoorwegovergang, is inmiddels wel duidelijk. Maar wrang is het antwoord van een woordvoerder van NS als een journalist vraagt of die overgangen niet eens beveiligd moeten worden. De woordvoerder vindt dat mensen gewoon beter moeten uitkijken. En ’s avonds of bij slecht weer gewoon even uit de auto stappen en goed kijken of er echt geen trein aankomt…
Schoorvoetend gaat NS toch spoorwegovergangen beveiligen. Ook die in de Zandsteeg in Sambeek is aan de beurt. Maar daar knipperen nog geen lampjes op 26 maart 1965, als Johannes Janssen (31) uit Maashees om 23.00 uur met zijn bestelbusje oversteekt en de aanrijding met een stoptrein niet overleefd.
Een paar honderd meter verderop, bij de overgang Stalenberg, knipperen op dat moment wél de lichten. De NS heeft die veel rustigere spoorwegovergang wél beveiligd…
Bij de foto: trein bij Venlo, gefotografeerd op 23 mei 1964. Foto: Hugo van Gelderen/Anefo/Nationaal Archief