Aflevering 94 van Sprekend Verleden
Misschien is Marinus Kremers, de 30-jarige Beugense koopman, wel te goed van vertrouwen. Maar op maandagavond 27 september 1926 laat hij zijn hart spreken als de zwerver op zijn stoep beleefd om onderdak vraagt voor de nacht. Vooruit dan maar, denkt Kremers en hij wijst de dakloze, wiens Brabantse tongval hem sympathiek in de oren klinkt, de weg naar de stalzolder.
Als Kremers de volgende ochtend opstaat, is van de zwerver geen spoor meer te bekennen. Dat geldt ook voor Kremers’ transportfiets. Die had hij de avond ervoor nog in de achterkeuken gestald. Foetsie. En zijn grijze, katoenen herenpantalon, waar hij vijf gulden voor heeft betaald, is ook nergens te vinden. De koopman kan zich wel voor zijn kop slaan. Maar daar krijgt hij zijn fiets niet mee terug.
Hij meldt de diefstal bij de veldwachter en aan de hand van de omschrijving die Kremers geeft, weet de politieman te achterhalen dat Beugen bezoek heeft gehad van een gast die in de politieregisters bekend staat als iemand die het verschil tussen mijn en dijn niet zo nauw neemt.
Burgemeester Theodorus Verdijk vaardigt een opsporingsbevel uit voor de beruchte dief. In zijn oproep om de verdachte op te sporen en aan te houden, geeft hij een persoonsbeschrijving. De zwerver is rond de veertig jaar oud, zo noteert Verdijk, en zijn officiële naam is Johannes Bruurmijn. Maar in zwerverskringen kennen ze hem als ‘Vlijmensche Jan’ en ‘Gekke Jan’, een ongehuwde, analfabete zwerver die geboren is in Vlijmen en de kost officieel verdient als grondwerker. Maar wie Gekke Jan op het spek bindt, kan er zeker van zijn dat ie met spek en al verdwijnt. De Vlijmenaar meet 1.65 meter, heeft een gezet postuur en een blozend uiterlijk. Dat hij een litteken op zijn voorhoofd heeft en een tatoeage op zijn linkerarm, vermeldt de burgemeester niet, maar is bij justitie wel bekend. Gekke Jan is gekleed als een werkman, maar ‘half op zijn zondags’, aldus de burgemeester. Vermoedt hij dat de zwerver Kremers pantalon heeft aangetrokken? Opmerkelijk detail: de zwerver loopt op leren pantoffels.
Of het aan de gedetailleerde omschrijving ligt, is niet bekend, maar het duurt niet lang of de politie grijpt Gekke Jan in de kraag. Voor de zoveelste keer. De eerste keer dat de Vlijmenaar met de arm van de wet kennismaakte, was hij nog maar een 14-jarig diefje. Rond zijn veertigste heeft hij al zeker negen keer voor de rechter gestaan en geruime tijd achter de tralies doorgebracht, onder meer een jaar in de rijksinrichting Veenhuizen.
Op 17 februari 1927 moet Gekke Jan zich verantwoorden voor de rechter in Den Bosch. Hij geeft toe dat hij de fiets van Kremers heeft gestolen en een paar dagen later voor een andere fiets heeft geruild met een kennis van hem, Lambert Swinkels.
Tijdens de rechtszitting gedraagt de Vlijmense zwerver zich weinig respectvol, laat staan dat hij spijt betuigt. Rechter Van Meeuwen verklaart Gekke Jan schuldig. Als het om de hoogte van de straf gaat, neemt hij ook de volle kerfstok van de Vlijmenaar in overweging én dat hij zich onbetamelijk gedroeg tijdens de rechtszitting. De diefstal van de fiets levert de zwerver acht maanden cel op.
Kremers krijgt zijn fiets terug. Zwervers hoeven voortaan niet meer aan te kloppen.
Bij de foto: Transportfiets van vroeger.