Op internet circuleert een lijst van coronawoorden. Van corona-app tot coroma (grootmoeder die tot de risicogroep hoort maar tijdens de pandemie toch op kleinkinderen past) en tientallen andere aan dat vermaledijde virus gekoppelde nieuwe woorden.
Als het aan D66 in Gennep ligt, komt er eentje bij: coronabos.
De club heeft een sympathiek idee ingediend bij het Genneps college: bomen planten om de slachtoffers van de pandemie te gedenken. Het moet uiteindelijk een herdenkingsbos worden, niet in één keer geplant, maar boompje voor boompje, groeien dus.
Ik ben vóór.
De eerste reactie van het Genneps college is ‘zuinig’. De wethouder begint over bestemmingsplan en geld. Als je iets niet wil, liggen praktische bezwaren voor het oprapen.
Hetzelfde college maakte deze week bekend samen met Mook en Middelaar miljoenen te willen steken in de uiterwaarden. Daar moeten weer Maasheggen geplant worden. De meidoorn- en sleedoornstruiken die de afgelopen halve eeuw een moderne agrarische bedrijfsvoering in de weg stonden, en om die reden massaal zijn gerooid, zonder dat de gemeentebesturen de boeren een strobreed in de weg legden. Maar nu zien Gennep en Mook aan de overkant van de Maas een fiere vlag wapperen. Die van Unesco. De Maasheggen zijn erkend als uniek biosfeergebied. Gennep en Mook zien dat de meidoorn aan ‘gunne kàànt’ bloeit als nooit tevoren. De Maasheggen dreigen wereldberoemd te worden. Dan pikken Gennep en Mook graag een graantje mee.
Van mij mag het. Maar plant ook gewoon dat bos. Plant het in élke gemeente. Om te herdenken. En om een begin te maken met de afspraak van het Klimaatakkoord: jaarlijks 1,5 miljoen bomen erbij. Dat zijn er 145 per coronadode.
Foto: Ed van Alem