Aflevering 90 van Sprekend Verleden
Martien Hasen (53) noemt zichzelf venter. Maar hij heeft meer weg van een landloper, vindt Christina van Dongen (20), de dienstbode van boer Hendrik Hermanussen uit Beers. Zij laat op vrijdagmorgen, 3 juli 1931, om een uur of tien, Hasen binnen in de keuken van de boerderij aan de Broekkant. Hij opent zijn marskramerskist, maar Christina piekert er niet over iets van de armoedzaaier te kopen. Ze heeft wel een beetje compassie met hem. Of de man misschien een snee brood blieft? Daar heeft de venter geen trek in. Maar een stukje spek, dát zou er wel ingaan.
Spek? Dat kan ik zomaar niet geven, denkt Christina. De boer kan ze het niet vragen want die is niet thuis. Ze vraagt Hasen om even te wachten en loopt naar boven, naar de zuster van de vrijgezelle boer, om te vragen of die er problemen mee heeft. De zuster vindt het best; weer beneden snijdt Christina voor de man een stukje vlees af, waarna de venter vertrekt.
Na een uur of wat komt de boer thuis. Die grijpt op de vensterbank in de keuken naar zijn bril met gouden montuur, maar de boerenhand grijpt in het luchtledige. ‘Waar is mijn bril?’
Christina kan zichzelf wel voor de kop slaan. Waarom had ze die landloper ook alleen gelaten in de keuken! Ze vertelt de boer hoe Hasen eruit ziet en die vertrekt spoorslags naar de veldwachterswoning (aan de Elstweg) om de diefstal aan te geven. Veldwachter Adrianus Terburg gaat met de boer mee naar de boerderij om het verhaal uit de mond van de dienstbode zelf te kunnen optekenen. Hij hoort ook dat de venter bij boer Peter van Rooij aan de deur is geweest. Diens vrouw Anna bevestigt dat en zegt dat de venter haar een bril te koop had aangeboden. Drie gulden had ie willen hebben, maar zij had geen interesse gehad.
De venter is nergens te vinden en daarom fietst Terburg naar Grave. Daar weet hij een winkeltje in van alles waarvan de eigenaar nog weleens wat afneemt van rondreizend volk. Terburgs intuïtief laat hem niet in de steek. Inderdaad heeft Antoon Kuerten, die in de Oliestraat een zaakje in galanteriën drijft, bezoek gehad van een man die een gouden bril te koop aanbood. Maar Kuerten zegt dat wat er blonk aan het brilletje niet van goud was. Vijftig cent, meer wilde hij er niet voor geven en de verkoper had ermee ingestemd.
Terburgs volgende adres is het logement van Wilhelm Jacobs, in de Korte Rogstraat. Daar zou de venter weleens kunnen zitten. De ijverige veldwachter heeft een goede dag: daar zit Hasen inderdaad. Hij voelt hem aan de tand, maar de verdachte zegt dat hij de bril niet gestolen, maar gevonden heeft.
De veldwachter neemt de venter mee naar Beers en confronteert hem met de boer en de dienstbode. Hij wordt dadelijk herkend. Terburg dringt nog eens aan en dan zwicht de venter. Hij geeft toe dat hij de bril gestolen heeft en zegt dat het hem heel erg spijt.
Twee maanden later veroordeelt de rechter in Den Bosch de venter tot een boete van 25 gulden, een bedrag dat anno nu 483 euro zou vertegenwoordigen. Voor de ‘gouden’ bril had boer Hermanussen destijds 22,50 gulden, (425 euro) betaald.
Bij de foto: Een gouden bril uit de beginjaren van de vorige eeuw.
Geraadpleegde bronnen:
- archief gemeente Beers
NASCHRIFT: Ik ontving de volgende reactie op dit artikel:
Via onze famillieapp kwam vanmorgen om 8.30 uur het bericht binnen dat in de Gelderlander in de rubriek “Sprekend Verleden” een verhaal staat over een landloper die er met een gouden bril vandoor gaat. En wie is één van de hoofdpersonen: Ons Moeke Christina van Dongen, toen 20 jaar oud.
Jouw verhaal was vandaag binnen onze familie het onderwerp van gesprek. Christina van Dongen woonde met haar ouders en zus aan de Udensedijk 20 in Mill. In 1938 is ze getrouwd met Jan van Boekel uit Rijkevoort. En ze bleven met Oma en Opa van Dongen wonen op de Udensedijk 20 in Mill. Onze ouders kregen 10 kinderen. Ik ben, samen met mijn tweelingzus Joke, de jongste van dit gezin.
We hebben binnen ons gezin veel verhalen gehoord over de oorlog en over de plaatsen waar Moeke (in Mill was zij bekend als Stiena van Boekel) gewerkt heeft. Jouw verhaal over ons Moeke is wel zeer bijzonder omdat niemand van de kinderen dit verhaal kent. Iedereen dacht bij het lezen van jouw verhaal terug aan de “schooiers” die altijd rond etenstijd bij ons thuis kwamen en soms aan het aanrecht op de trap in de bijkeuken soep of een boterham kregen. Christina is ondanks de ‘ervaring in Beers’ altijd heel vrijgevig gebleven voor minderbedeelden.
Beste Geurt, heel erg bedankt voor dit bijzondere verhaal. Jammer dat ons Moeke niet meer van zulke spannende verhalen heeft verteld, maar fijn dat we na zoveel jaren er alsnog van kunnen genieten. Ons moeke is op 16 mei 1995 op 84-jarige leeftijd overleden. Om jou een beeld te geven van ons moeke, Christina van Dongen, stuur ik in de bijlage de trouwfoto van ons vader en moeke, Jan van Boekel en Christina van Dongen.
Jos van Boekel