Van de cijfers over corona-besmettingen in de regio word ik niet wijzer. Gisteren schreef deze krant dat in Mill maandag 36 besmettingen zijn geteld. Geen wonder dat burgemeester Walraven een extra blik boa’s opentrekt, dacht ik. Daar moet echt beter worden gecontroleerd op anderhalve meter en bijna-mondkapjesplicht.
Pas in tweede instantie zie ik dat de grafiek niet het werkelijke aantal besmettingen meldt, maar dat het een vergelijking is. Het zouden er 36 zijn als de gemeente 100.000 inwoners zou tellen.
Maar Mill en Sint Hubert heeft bij lange na geen 100.000 inwoners, Het zijn er 10.891. Mill en Sint Hubert wíl niet eens een gemeenschap van 100.000 inwoners zijn. Zelfs de deelname aan de fusie in het Land van Cuijk, die tot 76.469 inwoners leidt, gaat met grote tegenzin.
Hoeveel waren het er maandag echt? Dat is gemakkelijk uit te rekenen. Maar rekenvaardigheid is bij mij zwaar onderontwikkeld. Op de middelbare school sprong de wiskundedocente een gat in de lucht toen ik haar advies opvolgde om het vak te laten vallen.
Ik laat rekenen over aan anderen. Dus ik kijk op het coronadashboard van de rijksoverheid. En zie twee dingen. Ten eerste dat de journalist of grafiekmaker gefoeteld heeft. Want die 36 Millse besmettingen waren er 36,6. En ten tweede zie ik dat die 36,6 feitelijk staan voor vier (4!) besmettingen.
Ik wil niets aan de ernst afdoen. Ik snap dat als je appels met appels wil vergelijken je dezelfde weegschaal gebruikt. Maar dan moeten ook de mandjes even groot zijn. Nederland telt maar 31 gemeenten met honderdduizend inwoners of meer. Vergelijk met een mandje van 10.000 en dan waren het maandag maar 3,7 besmettingen in Mill. Scheelt een boa.