Aflevering 87 van Sprekend Verleden
Er is ingebroken bij Van Daal, de bakkerij tegenover de kerk in Beers. Veel van waarde heeft de ongenode gast in de nacht van 16 op 17 februari 1934 niet meegenomen: twee blikken trommels, bedrukt met reclame van Van Nelle, gevuld met snoep.
Toch is bakker Lennard van Daal (57) weinig in zijn sas. Want die trommels waren niet van hem. Het staat duidelijk op de binnenkant gedrukt: het is bruikleen. Ze blijven altijd eigendom van de firma. Er mag alleen koffie of thee in bewaard worden en de ‘Erven De Weduwe J. van Nelle NV’ kan ze altijd weer opeisen. Van Daal heeft de trommels graag terug, hij wil geen problemen met ‘de weduwe’.
Rijksveldwachter Johan Effting uit Cuijk noteert in zijn proces-verbaal: ‘Deze trommels mogen nimmer aan particulieren gegeven worden.’
Een week of drie later krijgt Effting een tip van zijn collega uit Boxmeer. Op een zolder in Beugen heeft die veldwachter een blikken trommel gevonden. Voorzien van een fel gele en rode baan en bedrukt met de tekst: ‘Van Nelle. Voor koffie en thee’. Is dit een blik uit Beers?
Effting verhoort eerst de inwonende zoon van het huis aan de Beugense Haart, Heinrich S. (21), geboren in het Duitse Gogh maar met de Nederlandse nationaliteit. Hoe is die aan de doos gekomen? Heinrich heeft een sterk verhaal, al laat de veldwachter dat niet doorklinken in zijn verhoorverslag. Vier weken geleden is Heinrich met zijn vader, Wilhelm (48), naar familie in Eindhoven geweest. Daar kreeg hij tweedehands kleding mee. Die had hij, ingepakt in papier, achterop zijn fiets gebonden. Onderweg begon het te regenen. Terwijl Wilhelm in een café bleef wachten, peddelde Heinrich terug naar de familie, maar die had niets om de kleren droog te houden. Ten einde raad liep Heinrich een bakkerij in en daar kreeg hij zomaar die blikken doos mee. Kan Heinrich die bakkerij in Eindhoven aanwijzen? ‘Nee, ik zou die niet kunnen terugvinden, ben daar niet bekend. In elk geval heb ik die trommel niet gestolen.’
Dan verhoort Effting vader Wilhelm. Die bevestigt het verhaal van zijn zoon. Rijksveldwachter Effting heeft wel betere smoezen gehoord. Maar een vermoeden is geen bewijs. Hij besluit ook de twee jongere zussen van Heinrich aan de tand te voelen. Petronella van 13 is behoorlijk spraakzaam. Ze zegt dat haar broer op zaterdag 17 februari een hand uit zijn jaszak haalde, gevuld met caramelletjes en eitjes. En verder moest ze maar zwijgen, zei haar moeder, die ook bij het verhoor was. Haar 15-jarige zusje is zo mogelijk nóg spraakzamer. Ook zij zegt die bewuste dag snoep van haar broer te hebben gehad. Maar ook dat ze de trommel die de politie in beslag heeft genomen, die bewuste zaterdag voor het eerst in huis heeft gezien. Ze verklapt ook wat haar moeder tegen haar had gezegd: ‘Pas op dat je er niets van zegt dat je snoepgoed van Hein hebt gehad, dan gaat Hein den bak in.’
Effting weet genoeg. Hij arresteert Heinrich S., maar ook buurman Johannes R., bij wie de tweede trommel wordt ontdekt. Bakker Van Daal bekijkt de twee blikken en zegt dat ze zo goed als zeker van hem zijn. Of eigenlijk: van de weduwe…
Bij de foto: Een trommel van Van Nelle, zoals die gestolen was bij bakker Van Daal.
Geraadpleegde bronnen:
- Archief gemeentebestuur Beers (BHIC)
- museumrotterdam.nl
Naschrift: Na publicatie van dit artikel, in De Gelderlander van 5 oktober 2020, ontvang ik van een kennis van de nabestaanden van de bakker een foto. Eén van de Van Nelle-blikken is nog steeds in het bezit van de familie. Zie de foto hieronder.