In Mill zijn ze verstandig. In het Gèrmelaand hebben ze besloten carnaval 2021 over te slaan. Met het oog op corona. In de verwachting dat het virus komend voorjaar nog net zo welig tiert als nu. Ze willen alle risico’s uitsluiten. Ik denk dat de beelden uit de intensive cares van de Brabantse ziekenhuizen, van de weken vlak na carnaval 2020, in ons collectieve geheugen staan gegrift: dat wil niemand nóg een keer.
Ongetwijfeld wordt bij andere carnavalsverenigingen nog stevig vergaderd. Ongetwijfeld wordt overwogen of je het feest der dwazen kunt vieren zonder het risico van massale besmetting. Alles kan. Het zou om te beginnen veel kleinschaliger moeten zijn. Een beperkt aantal feestgangers wordt toegelaten, hossen en polonaise verboden. Mensen uit hetzelfde huishouden moeten hetzelfde verkleed zijn zodat dat in één oogopslag duidelijk is. Op elke twee carnavalisten wordt één steward aangewezen. Met grote bevoegdheden. Die ziet erop toe dat er a. afstand wordt gehouden, b. niet wordt gedanst en c. niet wordt gezongen. Het virus verspreidt zich, denk ik, niet via billenknijpen, maar de steward pikt dat ongewenste gedrag toch even mee.
Ik geloof niet in coronaproof carnaval. Het zou een feestje worden voor een selecte groep. Terwijl carnaval bij uitstek een feest voor iedereen is. Daar zijn de maskers ook voor bedoeld: drie dagen lang geen onderscheid tussen notaris en metselaar.
Je zou wel fraaie mondmaskers te zien krijgen, denk ik. Optochten zou je eventueel kunnen houden, maar dan zonder publiek, streamen via internet. Maar ze worden wel ontzettend saai. Alle wagenbouwers kiezen natuurlijk voor dat ene thema, dat in 2020 geen moment uit het nieuws is geweest.
Foto: Wil Feijen