Bij de Graafse Jumbo krijg je bij zoveel euro aan boodschappen gratis plaatjes cadeau. Voor in een plakboek. Een boek over de historie van het stadje. Geniaal idee. De winkelbaas krijgt publiciteit en hij opent voor de klant een venster naar de rijke geschiedenis van zijn woonplaats.
Ik ken mensen die zich geen ene moer interesseren voor geschiedenis. Ik zit in de wachtkamer. We hebben het over het weer gehad en over het spreekuur dat weer eens uitloopt. Wat valt er verder nog te bespreken? Mijn oog valt op een beduimeld tijdschrift: National Geographic. Volgens het omslag gewijd aan het Romeinse Rijk. Ik wijs op het blaadje en zeg: ‘Ik ben geboren aan een heerstraat, een straat waar tweeduizend jaar geleden Romeinse cohorten over marcheerden.’
De man tegenover me kijkt me schaapachtig aan, haalt zijn schouders op en zegt. ‘Mijn vrouw en ik zijn ook in Rome geweest. Vond de Hollandse pizza’s toch lekkerder.’
Mensen die zich niet voor geschiedenis of hun roots interesseren, hebben vast ook een fijn leven. Dat ik me op mijn familiehistorie heb gestort en weet dat Frans Janszn Lob een verre voorouder was die in de 17e eeuw over dezelfde Romeinse weg in Boxmeer heeft gelopen, maakt me geen beter mens.
Niet zelden is geschiedenis ook lastig. Dan brengt kennis van het verleden voorvallen aan het licht brengt waar we niet trots op zijn. Moeten we iets gaan vinden over schilderingen op de Gouden Koets.
Ik zou dat slavenpaneel gewoon overschilderen.
Nog even over die plakplaatjes. Vroeger kreeg je ze ook. Bij de Centra meen ik. Daar stonden voetballers op. Mijn moeder was zo aardig ze voor mij mee te nemen. Ik schoof ze door naar mijn vriendjes. Ik kende die lui toch niet.