Aflevering 81 van Sprekend Verleden
Het is zaterdag 11 juni 1960. Burgemeester Jozef Nolet van Boxmeer is zo trots als een pauw. Zojuist is het nieuwe gemeentehuis geopend. Eindelijk heeft Boxmeer weer een eigen raadhuis, nadat bestuur en ambtenaren zich jarenlang moesten behelpen in herenhuizen her en der.
Niet alleen zijn vele hoogwaardigheidsbekleders naar Boxmeer afgereisd, onder wie de Commissaris der Koningin, ook het Brabants Orkest is present. En als de laatste tonen van het Laudate Pueri Dominium van Giovanni Battista wegsterven in de naar verse stuc ruikende raadzaal, heeft de trotse burgemeester een verrassing voor zijn publiek. Een nieuw gemeentehuis is mooi, maar zou een fraai toekomstperspectief voor de gemeente, die de zware last van de oorlog eindelijk van zich heeft afgeschud, niet nóg mooier zijn?
Nolet presenteert een ambitieus plan dat Boxmeer zal doen opstoten in de vaart der volkeren. Aan de Maas, ter hoogte van het veer van Beckers, zal een binnenhaven worden gegraven. Geen kleintje, waar passerende pleziervaartuigen kunnen aanmeren, maar een serieuze haven voor vrachtschepen, een haven van twee kilometer lang. En langs die haven, waar nu nog koeien zich te goed doen aan het malse gras, dat dankzij het vruchtbare slib van de rivier zo weelderig wil groeien, waar het ene weiland van het andere is gescheiden door hagen van sleedoorn en meidoorn, daar verrijst een industrieterrein. Een bedrijventerrein van niet minder dan 112 hectare groot. Waar fabrieken komen die uiteindelijk aan vijfduizend (5.000!) mensen werk zullen bieden.
Gejuich is zijn deel.
Niet alleen in de raadzaal kijken de mensen op van dat plan, ook de landelijke pers gaat op zoek naar superlatieven om de ambities van die kleine gemeente in het oosten van Noord-Brabant te beschrijven. Er klinkt waardering door in de kolommen van De Volkskrant en dagblad De Tijd/De Maasbode. De laatste schrijft dat het gemeentehuis, vanwege de opmerkelijke toren, in de volksmond al een raketbasis wordt genoemd. Het plan van Nolet noemt De Tijd de eerste afgeschoten raket. Er is al belangstelling van bedrijven, aldus de krant, die dat niet verwonderlijk vindt omdat de grond voor een luttele 6 gulden per vierkante meter zal worden aangeboden. Rijkswaterstaat, die vergevorderd is met de plannen om ter hoogte van Boxmeer de Maas verder te kanaliseren door twee bochten af te snijden, zou ook al positief hebben gereageerd.
Industrie langs het water, ach, Boxmeer is niet de enige gemeente die daar veel heil in ziet. Verderop stroomafwaarts, in Cuijk, zijn de plannen voor een vergelijkbaar havenplan al een jaar of vier eerder gemaakt. Het is dan ook Cuijk dat uiteindelijk, in 1962, groen licht krijgt van het provinciebestuur voor de aanleg van een industrieterrein annex haven in Katwijk. Boxmeer heeft het nakijken.
En dat is achteraf gezien maar goed ook. Als Boxmeer het Maasheggengebied tussen Beugen en Oeffelt destijds had opgeofferd, was het inmiddels door iedereen geprezen natuurgebied in 2018 vast niet door Unesco omarmd als uniek cultuurlandschap.
Bij de foto: Het in 1960 geopende gemeentehuis van Boxmeer, inmiddels gesloopt. Foto: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Geraadpleegde bronnen:
- archief gemeentebestuur Boxmeer (BHIC)
- De Volkskrant
- Dagblad De Tijd/Maasbode