Aflevering 80 van Sprekend Verleden
De afdruk van de nazi-laars in de Hollandse klei is nog vers als de Duitse bezettingsmacht in 1940 begint met anti-joodse maatregelen. Het gaat stapje voor stapje en zal uiteindelijk leiden tot het wegvoeren, opsluiten en massaal vermoorden van joden.
Nederlanders weten best dat sinds Hitler in het buurland aan de macht is, de joden daar stelselmatig worden gediscrimineerd en vervolgd. Maar dat de nazi’s ook in Nederland zo ver zullen gaan, wordt betwijfeld. Nederland heeft immers geen ‘jodenprobleem’, zo wordt op het hoogste ambtelijk niveau in Den Haag gedacht. Wat de hoogste ambtenaren, de secretarissen-generaal van de ministeries, er niet van weerhoudt om braaf de maatregelen uit te voeren die de bezetter eist.
In deze regio, waar slechts een handvol joden woont, lijkt het een ver-van-mijn-bedshow. Maar evengoed valt er ook op de gemeentehuizen van het Land van Cuijk op 3 oktober 1940 een Haagse brief in de bus. Alle ambtenaren, maar ook onderwijzers en anderen in algemene dienst, moeten een verklaring invullen. Wie niet joods is of geen joodse voorouders heeft, vult een A-verklaring in. Wie een joodse afstamming heeft, krijgt een B-verklaring te ondertekenen. De ambtenaren moeten verklaren of ze jood zijn of joodse voorouders hebben. Wie weigert, riskeert ontslag.
Ook de ambtenaren op het gemeentehuis van Escharen krijgen zo’n ariërverklaring voor hun neus. Niemand weigert. Ook de veldwachter en de schoonmaakster van het gemeentehuis verklaren gedienstig dat ze geen joodse voorouders hebben. Zelfs de burgemeester, Louis Jean Henri Charles Adelberth de Bourbon, vult het formulier naar waarheid in (zie foto), net als 200.000 andere Nederlandse ambtenaren en bestuurders. Hij behoort hij niet tot het handvol dienaren in Nederland dat zich tegen die maatregel verzet en ontslagen en vervolgd worden.
Anno nu is het verleidelijk om de wenkbrauwen te fronsen. Hoe kun je zo gewetenloos zijn en meewerken aan een maatregel die uitgesproken racistisch is? Maar het is voor ons, die de uitkomst van de geschiedenis kennen, makkelijk praten.
Het vervolg van de ariërsverklaringen laat niet lang op zich wachten. Zodra alle verklaringen zijn ingeleverd, wordt het joodse overheidspersoneel ontslagen. In Escharen valt niemand dat lot ten deel. Er zijn immers geen joden.
Een kleine twee jaar later, op 21 april 1942, wordt de ariërverklaring ook verplicht voor vrijwilligers van de brandweer. In het archief van de voormalige gemeente Escharen zijn ook die verklaringen keurig bewaard gebleven. Het gaat om mannen van de vrijwillige bosbrandweer. Waarnemend burgemeester Frans Schram – De Bourbon is inmiddels burgemeester van Oss – stuurt op 12 mei 1942 een keurig briefje naar Binnenlandse Zaken en meldt dat alle leden van de ‘vrijwillige boschbrandweer’ – dat zijn er 37 – de verklaring hebben ondertekend.
Burgemeester De Bourbon blijft niet lijdzaam bevelen opvolgen. Vanaf 1943 vertikt hij het nog langer de Duitsers te dienen. Hij neemt ontslag als burgemeester van Oss, duikt onder en wordt lid van het verzet.
Bij de foto: De ariërverklaring van burgemeester De Bourbon van Escharen.
Geraadpleegde bronnen:
- archief gemeentebestuur Escharen (BHIC)
- Wikipedia
- Dr. J. Presser, Ondergang. De vervolging en verdelging van het Nederlandse jodendom 1940-1945 (1965)
- Omroep Gelderland
- amsterdam.nl
- verzetsmuseum.org
- trouw.nl
- historieknet.nl
- hetgoedeleven.nl
- wyniasweek.nl
- oorloginnijmegen.nl