Ook in Cuijk, Grave en Mill en Sint Hubert is kwistig gespoten met een middeltje tegen de eikenprocessierups. Xentari, zo heet het goedje dat de rupsennesten elimineert. Een relatief onschuldig biologisch bestrijdingsmiddel, zegt producent Bayer. Onschuldig in die zin dat het gewoon gespoten mag worden op groenten en fruit. Het maakt alleen rupsen dood.
De eikenprocessierups heeft het vanwege die jeuk veroorzakende brandharen aan zichzelf te danken dat we het beestje enkel nog kennen als een schadelijke larf. Terwijl het rupsje ook gewoon het voorstadium van een vlinder is. En dat is toch een insect dat tot de meest geliefde diersoorten behoort. Dat dichters en liedjesschrijvers inspireert. Tik ‘butterfly’ in op internet en je vindt meer dan vijftig liedjes over het fladderende beestje.
Ook de eikenprocessierups die aan de gifspuit weet te ontkomen, ontpopt zich op een gegeven moment tot vlinder. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat die nachtvlinder weinig dichters tot inspiratie zal dienen. Hooguit liedjes voor op een begrafenis. Het is een saai, grijs motje.
We moeten íets doen tegen de processierups die sinds de jaren tachtig aan een gestage opmars is in ons land. Want die jeuk en irritatie aan de ogen zijn buitengewoon vervelend. Xentari dus. Probleem is alleen: ook andere rupsen gaan eraan kapot.
Ik zie weinig vlinders dit jaar. Komt het door dat giftige goedje van Bayer? Zondag, wandelend door de Sint Tunnisse bossen, maakte mijn hart een sprongetje. Daar trilde een kleine korenbloemblauwe vlek in het struikgewas. Herkende het direct als het Icarusblauwtje. Het leek alsof de kleine page zich voor me wilde verstoppen. Bang voor de gifspuit natuurlijk.