Aflevering 72 van Sprekend Verleden
In de zomer van 1928 oefent het leger in het buitengebied van Grave. Een van de militaire activiteiten die worden geoefend is het overzetten van manschappen en materieel over de Maas.
Ook de luchtmacht is van de partij. Op dinsdag 3 juli maakt een tweedeks militair vliegtuig, een Fokker met het registratienummer 525, vluchten boven Grave en omgeving. De tweekoppige bemanning heeft tot taak het overzetten van ruiters, dat gebeurt met een gierpont, in de gaten houden. De stuurknuppel is in handen van de 26-jarige sergeant-vlieger Willem van Lieshout. Zijn waarnemer is reserve-luitenant Andries Bia (25).
Het is rond tien uur in de ochtend. De Fokker maakt zijn rondjes door het Graafse luchtruim, maar de piloot heeft er geen goed gevoel bij. De motor hapert. Van Lieshout besluit de kist aan de grond te zetten, in een weiland in Velp. Er wordt contact gezocht met de thuisbasis Soesterberg en stuurt een monteur. Maar het kan wel drie uur worden voordat de mecanicien er is.
Reserve-luitenant Bia heeft met dezelfde kist ook al eens een noodlanding moeten maken. Dat was op vrijdag 10 februari. Ook toen haperde de motor, tijdens een vlucht boven Utrecht. Bia slaagde er in de kist aan de grond te zetten, maar kon niet voorkomen dat het vliegtuig in de modder terechtkwam en omkieperde.
De bewoners van het kapucijnenklooster in Velp krijgen wat mee van de noodlanding. Twee paters zijn in de buurt aan het wandelen en haasten zich naar de plek waar ze het vliegtuig hebben zien landen. De twee komen in gesprek met de twee vliegeniers die ontspannen bij hun vliegtuig staan en graag vertellen over hun vliegtuig. De kloosterlingen nemen na een tijdje afscheid. ‘We gingen als vrienden uit elkaar.’ Ze beloven ’s middags, als het vliegtuig gerepareerd is, terug te komen om het opstijgen van het vliegtuig van dichtbij te kunnen meemaken.
De paters zijn rond de klok van drieën terug bij de Fokker. Niet veel later arriveert de monteur. Die heeft de motor snel gerepareerd en adviseert de vliegeniers om een proefvlucht te maken. Als het nog niet goed voelt, moeten ze meteen terugkomen. Terwijl de paters hartelijk wuiven naar de vliegeniers, stijgt de Fokker op uit het Velpse weiland. Ze zien hoe het vliegtuig een paar rondjes maakt, maar dan slaat plotseling de motor af. De piloot lijkt een langzame daling in te zetten, maar ineens kantelt het vliegtuig loodrecht met de neus naar beneden en belandt in het talud van de Maasdijk.
De paters haasten zich naar de rampplek. De inzittenden worden uit het wrak gehaald. Beiden ademen nog, maar Van Lieshout is er ernstig aan toe. Hij heeft zoveel verwondingen en fracturen, dat hij binnen een uur na de ramp, om kwart over vijf, overlijdt. Bia wordt naar het ziekenhuis in Nijmegen gebracht. Hij heeft zijn rechterbovenarm en zijn rechterbeen gebroken. De reserve-luitenant geneest van zijn verwondingen, maar aan zijn carrière als militair vliegenier komt een einde. Van Lieshout wordt drie dagen later met militair eer begraven op het katholieke kerkhof van Amersfoort. Hij laat een vrouw en een kind na.
Bij de foto: Links sergeant-vlieger Willem van Lieshout (26) die omkwam bij het vliegtuigongeluk, rechts reserve-luitenant-vlieger/waarnemer Andries Bia (25), die zwaargewond raakte. Foto’s: Collectie Nederlands Instituut voor Militaire Historie
Geraadpleegde bronnen:
- Tilburgse Courant van 3 juli 1928
- De Noordooster van 3 juli 1928
- Nieuwe Rotterdamsche Courant van 4 juli 1928
- Nederlands Instituut voor Militaire Historie