Zeker, het Roepaen Festival (10 oktober, Ottersum) had veel kwaliteit in huis. Buitengewoon verrast door de muzikaliteit van Peter Broderick, door de effecten van het ingenieuze gepiel met zijn live opgenomen samples die in de kapel van Roepaen zo goed tot hun recht kwamen. Genoten van de bijna Calexicoklanken (met blazers had het er een heel eind op geleken) van het Nijmeegse Okieson – de helft van de band bestond uit invallers: als dit het B-elftal is, hoe speelt dan wel niet het eerste team? Me in de jaren zeventig gewaand bij het geëngageerde, onopgesmukte optreden van Otis Gibbs. Aangestoken door de aanstekelijkheid van de vier lefgozers van Headwater – wanna be a freigh train bebe yeah! – en me laten bezweren door de dromerige trollenmuziek van het Zweedse Thus Owls. Het festival zakte hooguit wat in bij het een na laatste optreden, dat van het zeer in zichzelf gekeerde, ja zelfs autistisch overkomende Horse Feathers. Maar Eilen Jewell, waar ik eigenlijk voor kwam, maakte met haar drie men in black alles weer goed. Haar gig was, van Sea of Tears tot haar tribute to Loretta Lynn top.