Voor me liggen de kaartjes voor een concert in Schouwburg Cuijk. Gaat niet door. Het is niet het enige uitje in mijn agenda waar ik dankzij corona een vet kruis door heb moeten zetten. Mijn kunstreisje langs Scandinavische hoofdsteden annuleren, dat was de grootste brok om weg te slikken.
De Nederlandse podia hopen dat wie kaartjes heeft voor afgelaste voorstellingen genoegen neemt met een voucher. Een tegoedbon in plaats van geld terug.
Ze zeggen dat veel maatregelen nog lang van kracht blijven. Ze hebben het al over de anderhalvemetersamenleving. En dan maar hopen dat die Eindhovense onderzoekers geen gelijk hebben. Die zeiden van de week dat anderhalve meter niet altijd voldoende is. Dat je, bij beweging, een grotere veilige zone nodig hebt. Eenmaal uitgehoest vertikt dat verrekte virus het om direct naar de bodem te dalen.
In de Cuijkse schouwburg denken ze na over anderhalvemetertheater. Hoe kun je voorstellingen aanbieden met anderhalve meter tussen de stoeltjes? Hoef je geen wiskunde voor te hebben gestudeerd: dan kunnen er veel minder bezoekers in. Minder inkomsten dus.
Persoonlijk vind ik meer zitruimte wel prettig. Dat je je stoelleuning moet delen, brr. En opstaan voor laatkomers, omdat de rijen niet zo breed zijn, ook zoiets. De optimist in mij zegt dat ze die kleine irritaties nu meteen kunnen oplossen.
Wordt allemaal wel heel duur, hè. Vrees dat theaterbezoek toch weer een elitedingetje wordt. Als gebaar van goede wil vraag ik mijn geld in ieder geval niet terug. Ik bewaar de kaartjes, kijk er af en toe naar en doe net alsof ik van een gewéldige voorstelling genoten heb. Verbeelding, ik weet het. Maar theater kan niet zonder verbeelding.