Aflevering 29 van Bevrijding Stap Voor Stap
In de laatste week van maart 1945 is een aantal gezinnen in de Maasdorpen. Ook een Beugense familie behoort tot de gelukkigen. De 14-jarige dochter hangt op zondag 25 maart samen met vriendinnen rond in de buurt van de Vilt, de plas tussen Beugen en Oeffelt. Niet bewust van het gevaar struinen de meisjes er wat rond, niet wetend dat enkele Britse militairen, gelegerd in Oeffelt, ook de Vilt hebben uitgekozen om de verveling te doden. De mannen zijn op jacht naar waterwild. Als één van hen het geweer richt op wat hij denkt dat eenden zijn, treffen zijn kogels geen wild, maar het 14-jarig meisje. Het ziet er ernstig uit en er wordt een legerarts bijgehaald. De kogels hebben het meisje geraakt in haar linkerarm. Het is een complexe verwonding: ze moet worden opgenomen in het ziekenhuis in Veghel. De genezing duurt een week of tien en al die tijd moet ze in het ziekenhuis blijven. Gelukkig voor de familie worden de verpleegkosten – 353,50 gulden, (vergelijkbaar met 2.000 euro vandaag de dag) door het geallieerde leger vergoed.
Aan de overkant van de Maas blijven de huizen, of wat ervan over is, leeg. De burgers van Gennep, Heijen, Milsbeek, Ottersum en Ven-Zelderheide zijn geëvacueerd in het nog niet bevrijde deel van Nederland. Het verblijf tussen vreemden valt hen zwaar. Er is weinig te eten, niet elke evacué heeft het getroffen met zijn of haar gastgezin en hun humeur heeft danig te lijden onder de heimwee naar de Noord-Limburgse klei.
In Hoogland, provincie Utrecht, hebben enkele leden van het gezin van de Gennepse bakker Thijssen onderdak gekregen bij winkelier Crijnen. Hendrik Thijssen (26) houdt een dagboek bij. Er zijn dagen bij dat hij zich beperkt tot wat kreten, tot een staccato van opmerkingen. Dat alles went, zelfs de ontberingen en de angst, kun je opmaken uit de laconieke manier waarop hij sommige ernstige gebeurtenissen tussen de dagelijkse werkzaamheden noteert. Op 30 maart 1945 schrijft hij: ‘Goede vrijdag. Zang. Vier vliegtuigen op Lokhorst (twee benen eraf) en evacué (dood). Karnen. Ueghelen, Bochelt, Dingsperloo gevallen. Russen in Berlijn? ’s Nachts kanongebulder in de verte.’
Over de gastheren schrijft Hendrik: ‘We zijn lucht voor onze kwartiergeefster! (…) Laat de kachel maar uitgaan, de evacués tellen niet mee.’
Ook Truus Peters (32) uit Ven-Zelderheide heeft het niet zo getroffen met het opvangadres in Demmerik, bij Vinkeveen. Haar eerste adres was bij een weduwe die thee op bed bracht. Nu woont ze bij een ‘mevrouw’ die haar aan het werk zet. Om zes uur wordt ze gewekt. Dan moet ze de kachel aanmaken en de luiken openen, schrobben en boenen. Terwijl de ‘mevrouw’ haar brood keurig van een bordje eet, moeten de evacués hun brood zo van de tafel schrokken. Op vrijdag 23 maart schrijft Truus in haar dagboek: ‘Schoonmaken! Hopeloos. De boerinnen in deze streek zijn erg gemakkelijk en heerszuchtig. Ze doen niets liever dan commanderen. Eten koken kunnen ze niet.’ De volgende dag wordt ze weer overvallen door de heimwee naar ’t Ven. ‘Ik wil soms vliegen naar huis.’
Bij de foto: De route die Hendrik Thijssen vanuit Gennep in 1944 naar Hoogland heeft afgelegd. Foto uit particulier bezit
Geraadpleegde bronnen:
- Tot frontgebied verklaard, Guido Siebers & Geurt Franzen, 2019
- Dagboek Hendrik Thijssen
- Dagboek Truus Peters, via gennepnu.nl