Aflevering 26 van Bevrijding Stap voor Stap
Het is de laatste week van februari 1945. Van de Duitsers zijn langs de Maas enkel nog de afdrukken van hun laarzen in de modder te zien.
Kan iedereen naar huis? Nog lang niet. Wie in het noorden op een evacuatieadres verblijft – de inwoners van Gennep en Milsbeek bijvoorbeeld – moeten geduld hebben. Daar zijn de Duitsers nog de baas. En wie in de al eerder bevrijde dorpen in Brabant onderdak heeft gekregen, mag ook nog niet terugkeren. In de Maasdorpen is veel kapot, er zijn geen voorzieningen en het wemelt er nog van de geallieerden. De wacht aan de Maas wordt overgenomen door soldaten van het 95e Cavalry Regiment van het 9e Amerikaanse leger. In Boxmeer kunnen ze even bijkomen van de strijd. In en om de Franse stad Metz hebben de yankees hun portie oorlogsvoering wel gehad.
De evacués staan te springen om terug te keren, maar het wordt ze verboden. Er zullen pasjes worden verstrekt; eerst moet noodhuisvesting geregeld worden. Iedereen moet wachten totdat de (loco-)burgemeester een toegangspasje heeft afgegeven dat door de militaire commandant is afgestempeld.
Ver weg van het Land van Cuijk sterven in die weken dappere mannen. Hun families weten van niets. Eén van die mannen is Toon Smits uit Cuijk. Tijdens de bezetting werkte Toon als ambtenaar op het gemeentehuis. Hij hielp ondergedoken joden en jongens die aan de Arbeitseinsatz wilden ontkomen. Ergens in 1944 ontdekt de Duitse Sicherheitsdienst dat Toon illegaal werk verricht. Hij wordt opgepakt en belandt achter het prikkeldraad van een kamp in Amersfoort. In oktober 1944 wordt hij overgebracht naar het concentratiekamp Neuengamme, in de buurt van Hamburg. Een strafkamp waar hij lange dagen moet maken in de baksteenfabriek en in de kleiputten. De ontberingen worden hem eind februari 1945 fataal. Op 26 februari overlijdt hij, 41 jaar oud.
Een dag eerder blaast in een ander concentratiekamp, Buchenwald, in de buurt van het Duitse Weimar, een jongeman uit Vierlingsbeek zijn laatste adem uit. Hij heet Wim Jansen en hij is 22 jaar. Ook Wim werkt tijdens de bezettingsjaren als ambtenaar, eerst op het gemeentehuis van Vierlingsbeek, later op het distributiekantoor in Bergen. Hij helpt onderduikers en verspreidt illegale bonkaarten. Op 21 juni 1944 is Wim in Weert bij een geheime vergadering van Limburgse verzetsmensen. Die bijeenkomst wordt verraden door één van die verzetslieden. De Sicherheitspolizei neemt zeven van de elf deelnemers gevangen. Wim Jansen wordt gevangengezet in het kamp Vught en later, als de geallieerden Brabant bevrijden, wordt hij overgebracht naar Buchenwald. Mishandeling, uitputting en ondervoeding krijgen Wim uiteindelijk klein. Op 5 maart overlijdt nóg een Vierlingsbeekse jongeman in een concentratiekamp. Het is Toon Mooren, ambtenaar in Venray en actief in de illegaliteit. Ook hij is in 1944 verraden. In kamp Mauthausen in Oostenrijk, dat de beruchte bijnaam Knochenmühle (bottenbreker) draagt, moet hij werken in de steengroeve. De rotsblokken van 50 kilo die hij moet tillen, putten hem dusdanig uit dat hij op 5 maart overlijdt.
Geraadpleegde bronnen:
- brabantsegesneuvelden.nl
- dagboek en aantekeningen van Jo Barten, uitgegeven in eigen beheer