Aflevering 25 van Bevrijding Stap Voor Stap
Maandenlang vuurden de Duitsers vanuit hun stellingen in Noord-Limburg de ene na de andere granaat af op het Land van Cuijk. Uit Gennep zijn, sinds woensdag 14 februari 1945, de Duitsers verdreven, nu zijn Heijen en Afferden aan de beurt. Als ook daar de kanonnen tot zwijgen kunnen worden gebracht, wordt het misschien eindelijk veilig.
Een Schotse eenheid, het 52e Reconnaissance Regiment (Recce), gestationeerd in Boxmeer, wordt de 15e via de noodbrug bij Oeffelt naar de Noord-Limburgse dorpen gedirigeerd. Die mannen krijgen te maken met taai verzet. Vooral in Afferden. De vijand heeft op strategische punten mitrailleurs staan. En de provinciale weg tussen Gennep en Afferden ligt onder continu granaatvuur. Het is, door het hoogwater, de enig begaanbare route. Door de vele bomkraters oogt de weg als een gatenkaas.
Vrijdag de 16e stuitten de mannen op een grote krater. Duitse mitrailleurs openen het vuur; de 42-jarige sergeant Walter Everson wordt dodelijk geraakt. ’s Nachts kiezen de Duitsers het hazenpad. De volgende ochtend repareert de genie met gepantserde bulldozers de weg. Daarbij vliegen de kogels en granaten de ‘engineers’ om de oren.
Bij Afferden stuitten de Schotten op een antitankgracht, tot aan de rand gevuld met water, door de Maas die buiten de oevers is getreden.
In het dorp zelf ontmoeten de Schotten geen weerstand, maar op de weg naar Siebengewald zijn blokkades: omgehakte bomen en kraters blokkeren de weg naar kasteel Bleijenbeek. Dit keer kunnen de bulldozers niets uitrichten: het vijandelijke vuur is te hevig. Het B-squadron krijgt opdracht om de volgende dag het kasteel te bestormen. Kapitein Hathaway heeft zijn bedenkingen. In en om het kasteel hebben zich honderden Fallschirmjäger verschanst. Een aanval staat gelijk aan zelfmoord. Hij legt de opdracht naast zich neer en hoewel met tegenzin accepteert het hoofdkwartier de beslissing van de plaatselijke commandant. Pas met de inzet van vliegtuigen, twee weken later, zullen de Schotten er in slagen het kasteel, dan omgetoverd in een ruïne, te veroveren.
In Beugen denkt Jan Kleijn (27), lid van de Binnenlandse Strijdkrachten (BS), op vrijdag de 23e dat Noord-Limburg helemaal veilig is. In Siebengewald woont zijn liefje, die heeft ie al een tijd niet gezien. Hij krijgt Koos Fransen (29) zo gek om hem te vergezellen en samen lopen de mannen via Gennep naar Siebengewald. Een paar kilometer voor het dorp houdt een Britse patrouille ze tegen. Na enige aarzeling krijgen de twee BS’ers toestemming om door te lopen. Een half uur later klinkt plotseling een schot. Fransen duikt in een greppel en ziet dat Kleijn neervalt. Fransen weet zich via de sloot in veiligheid te brengen en als Kleijn niet volgt, weet hij dat die gevangen is genomen of gedood.
In Beugen blijft de familie lang in onzekerheid. Het zal nog tot 14 maart duren voordat er duidelijkheid komt over het lot van Jan. Op die dag organiseren Beugense jongemannen een expeditie. Het lichaam van Jan wordt gevonden. Een kogel door zijn linkerborst werd hem fataal.
(Met dank aan Guido Siebers)
Bij de foto: Rapport over de dood van Jan Kleijn op 23 februari 1945 en diens pasfoto.
Geraadpleegde bronnen:
- tracesofwar.nl
- chotiedarling.co.uk
- Tot frontgebied verklaard, Guido Siebers 7 Geurt Franzen, 2019
- war diaries 52nd Lowland Reconnaissance Regiment