Brabant laat 40 miljoen bomen planten. Het gaat om 13.000 hectare grond die wordt bebost en meer gevarieerde beplanting krijgt. Is het werkverschaffing, zoals honderd jaar geleden, toen werklozen bossen moesten aanleggen om in aanmerking te komen voor een uitkering? Nee, het is voor herstel van het klimaat. Bossen nemen stikstof op, waarvan verkeer en landbouw te veel van uitstoten. En meer, gevarieerde bomen zorgen voor biodiversiteit in de natuur.
Ik las onlangs dat door het teveel aan stikstof in de lucht er steeds meer koolmezen geboren worden met kromme pootjes. Die sterven in het nest. Las ook dat de tapuit al helemaal verdwenen is uit ons landschap. Ik moet eerlijk zeggen dat ik de tapuit niet mis. Want ik herkende het beestje toch al niet. De koolmees zou ik wel missen; zijn ritmische liedjes maken sombere maanden als januari en februari draaglijk. Dus ik ben vóór dat bomenplan. Lijkt me sowieso niet leuk om met kromme poten geboren te worden.
De natuur is mooi en wreed tegelijk. Zondagnacht werd de stilte verstoord door een ijselijke schreeuw. Een dier in stervensnood, dacht ik, toen ik rechtop in bed zat. Toen klonk nóg zo’n schreeuw.
Ik was er niet gerust op toen ik de volgende ochtend naar mijn kippenren liep. Het was er akelig stil. Ik herinnerde me de angstkreten en tegelijk zag ik de kadavers liggen. Ik laat de details achterwege, maar u mag van me aannemen dat de steenmarter zijn werk grondig had verricht. Eigen schuld, wist ik. Had ik het nachthok maar dicht moeten doen.
Wij mensen verklooien het allemaal zelf. Gelukkig wijst de natuur ons met harde hand terecht. Dus we gaan massaal bomen planten. En beter op onze kippen passen. Beloofd.