Column, uitgesproken tijdens het Cultureel Café in Cuijk, vrijdag 27 december 2019
Ik heb goed nieuws voor u, liefhebbers van cultuur. De kans is groot dat u langer zult leven dan de mensen die vanmiddag op de bank zijn blijven zitten om te kijken naar de herhaling van De Slimste Mens op tv. Onderzoekers van het University College Londen hebben het vastgesteld in een groot onderzoek. Vorige week maakten ze de resultaten bekend. Mensen die regelmatig een voorstelling bezoeken of naar een museum gaan hebben 31 procent meer kans om langer te leven dan mensen die deze culturele uitstapjes níet maken. Zelfs al ga je maar één of twee keer per jaar naar theater of museum, je vergroot die kans op een langer leven met 14 procent.
Waar het aan ligt, hebben de onderzoekers naar mijn idee niet echt scherp kunnen krijgen. Ik vrees dat een wat dikkere portemonnee en een ruimere belangstelling voor je omgeving van nature ook tot meer alertheid voor je eigen gezondheid leiden. Hoe dan ook, het is een mooie opsteker voor de cultuur.
Kunst en cultuur leiden niet alleen tot een rijker en langer leven. In mijn visie kunnen ze ook voor verbinding zorgen. Ik weet uit eigen ervaring dat jullie eigenste schouwburgdirecteur daar ook van overtuigd is; of het nou om honing van Verdeliet gaat, de brouwers van lokaal bier of plaatselijke liefhebbers van jazz, Sjoerd Meijer laat geen kans onbenut om ze een plaats in zijn schouwburg of theaterprogramma te geven. Bij voorkeur laat hij ze samen programma’s maken.
Het zal u niet ontgaan zijn dat er iets wezenlijk gaat veranderen in het Land van Cuijk. Op bestuurlijk gebied althans. Drie van de vijf gemeenten zetten een belangrijke stap: ze gaan fuseren tot de nieuwe, grote gemeente Land van Cuijk. Die andere twee zullen vast wel volgen, kwestie van tijd.
Van een grote gemeente wordt van alles verwacht. Onder meer efficiëntie, daadkracht en een zware stem in bovenregionale verbanden. Ik denk dat het succes van een fusiegemeente ook afhangt van de manier waarop de inwoners zich tot elkaar verhouden. Blijven ze in hun schulp zitten in hun eigen dorpen, zien ze alleen het belang van eigen dorp of wijk, of stappen ze over die grenzen heen en gaan ze inzien dat de slagkracht van een grote gemeente ook afhankelijk is van de samenwerking van de losse delen?
Verbinding is nodig, denk ik, niet alleen op politiek gebied, maar ook tussen de inwoners. Zoals hiervoor gezegd: cultuur, het rijke culturele leven van het Land van Cuijk, kan daar in hoge mate aan bijdragen. Ook de culturele instellingen moeten uit hun hokjes stappen en de verbinding zoeken. Niet met de rug naar elkaar toe activiteiten organiseren, maar samen. Zodat we elkaar ontmoeten en die verbinding, op het podium of achter de coulissen, min of meer organisch, van zelf dus, plaatsvindt. Belangrijke voorwaarde is dat de bestuurders in de tijd die ons nog rest, twee jaar, de culturele faciliteiten op zijn minst het niveau laten houden die ze hebben, liever nog: vergroten.
Culturele samenwerking gaat natuurlijk niet vanzelf. Theatermakers, programmeurs en muzikanten zijn nog eigenwijzer dan boeren. Van de Land van Cuijkse boeren werd deze week bekend dat ze hun drie afdelingen samenvoegen tot één grote. Die hebben niet zoveel tijd nodig als de gemeentebesturen. Maar ik zie De Weijer, Myllesweerd in Mill en de Schouwburg Cuijk niet zo snel samenvloeien tot één grote culturele club. Hoe praktisch dat ook zou zijn. Ik denk dat we voor de culturele verbinding niet hoeven te wachten op initiatieven vanuit de instellingen. De verbinding zal van onderop moeten ontstaan.
Cuijk en Boxmeer zijn de kernen die nu en ook straks de kar zullen trekken. Als we eerlijk zijn, staan die twee nogal met de rug naar elkaar. Het zijn echter hun belangrijkste culturele evenementen waarvan de organisatoren het voorbeeld kunnen geven. U weet ongetwijfeld over welke evenementen ik het heb…
Inderdaad: de Elfkroegetocht en de Metworstrennen. Twee hoogstaande evenementen die veel volk trekken maar traditioneel sterk plaatsgebonden zijn. Ik denk dat als deze twee de teugels wat laten vieren, de culturele verbinding van onderop vervolgens een peulenschil is. Ze hoeven alleen even van plaats wisselen.
Dus carnaval 2022 ziet er een tikkeltje anders uit. De Elfkroegetocht trapt dat jaar af in de Steenstraat in Boxmeer. Het stikt er van de kroegen dus dat gaat lukken. Kan me voorstellen dat we nog één Cuijks café in de route opnemen, als finishplaats. Lijkt me een uitdaging voor Arriva, maar tegen die tijd ligt er misschien wel dubbelspoor op de Maaslijn.
De Metworstrennen in Boxmeer zijn een eeuwenoude traditie. Maar het wordt niks met die culturele verbinding als we dat carnavaleske paardrijfeestje op het gure Vortums Veld blijven houden. Het lijkt me voor de hand liggen dat de finish in 2022 wordt verlegd van die witte streep in Vortum naar de kade van Cuijk. Wordt het eindelijk echt spannend. Voor die raspaardjes is het huidige traject toch veel te kort. In die krappe kilometer zijn ze niet eens warm bij de finish, laat staan op topsnelheid. Dus starten in Boxmeer, dan een rondje om de molen van Oeffelt en dan over de Heerstraat in galop naar de Kuukse kade. Waar de burgemeester van het Land van Cuijk aan de winnaar de twee vaten bier, de zeven ellen lange metworst, de twee witbroden en de halve varkenskop uitreikt. Waarna het nog lang onrustig is in Kuuk.
Zo gaat het gebeuren, tenminste… zo zag ik het vannacht gebeuren in mijn droom.
Ik wens u een fantastisch 2020 toe. En onthoud: zelfs één keer extra naar theater of schouwburg verlengt uw leven.