Als oudjaar nadert, is het tijd voor bespiegelingen. Beetje terugkijken op de gebeurtenissen van het afgelopen jaar: wat ging fout, welke gebeurtenis moet je snel vergeten, waar heb je goed gehandeld, welke ervaring mag met zilver omhangen worden? Bladeren in die bijna maagdelijke agenda van het komende jaar, waarin je ogen blijven haken aan die enkele schaarse afspraak die je al hebt staan. Wat gaat 2020 brengen? Meer dan vage contouren zie je nog niet aan de horizon. Maar ze zijn spannend en uitdagend. Sommige zijn zelfs scherper dan de gebeurtenissen achter je, die worden sneller door de mist opgeslokt dan je zou willen.
Ik bladerde gisterochtend ook terug: door de ruim honderd columns die ik het afgelopen jaar schreef. Ik kwam tot een onaangename conclusie: afzeiken gaat me makkelijker af dan complimenten geven. Die ontdekking dwarsboomde mijn plannen voor de laatste column van het jaar volledig. Ik was namelijk vast van plan de loser van het jaar bekend te maken. Maak al wekenlang notities. Overal vind ik kattenbelletjes waarop namen prijken van mensen uit het Land van Cuijk en Gennep die in 2019 dermate hebben gestunteld dat ze in aanmerking komen voor die obscure titel: burgemeester X, boer Y…
Toen zei mijn spiegelbeeld dus dat ik zelf die loser was. Dat het tijd werd om eens een pluim uit te delen. Dat was even slikken.
In gedachten trok een lange stoet van inwoners van de regio aan me voorbij. Ik kwam lintjes te kort. En welke afweging ik ook maakte, steeds kwam ik bij dezelfde kandidaat uit: er is er maar één die de pluim van het jaar dubbel en dwars verdient: het is mijn lezer. Want wie niet gelezen wordt, is een schrijver van niks. Gefeliciteerd.