Dwarskijker zaterdag 2 november 2019
In de krant van gisteren zegt een Maldense moeder dat ze zich schaamt. Als alleenstaande ouder van twee pubers, vanwege gezondheidsklachten niet in staat zelf een fatsoenlijk inkomen te genereren, moet ze haar hand ophouden bij de stichting Leergeld. Zodat haar kinderen mee kunnen gaan op schoolreisje.
Wie geen geld heeft voor eten, kan terecht bij de voedselbank. Wie het schoolreisje van de kinderen niet kan betalen, vindt een uitgestoken hand bij de stichting Leergeld. We hebben het goed geregeld, we zijn een welvarend land. Zó welvarend dat we ons druk kunnen maken over de vraag of we 100 of 120 km per uur op de snelweg moeten rijden. Over de vraag of de knecht van Sinterklaas gespikkeld mag zijn.
Maar wat doen we met de schaamte? Negeren we die? Heeft niet iedereen, behalve het recht op eten en onderwijs, ook het recht om met rechte rug over straat te gaan?
In het voorjaar reisde ik langs een handvol grote Europese steden. Mij viel veel op, maar waar ik me nog steeds over verbaas, is de schaamteloze oogopslag van honderden bedelaars. Ze zaten op de geëigende plekken, zowel bij de uitgang van de Notre Dame in Parijs als op het Plaza Puerta del Sol in Madrid. De meesten waren duidelijk de schaamte voorbij: niet de ogen geloken en een smoezelig, bibberend handje uitgestoken, maar een fiere blik die dwars door je heen gaat, die zonder woorden zegt: kom maar op met je centen, rijke toerist. Op een stoep in Porto stond een plastic bekertje, half met munten gevuld, met een kartonnetje erbij met daarop in keurig Engels: ‘Ben even lunchen, gooi het hier maar in.’
Het blijkt dus te kunnen slijten, de schaamte voor de aalmoes. En toch vind ik de aalmoes middeleeuws.