Dwarskijker van woensdag 23 oktober 2019
Het is Dutch Design Week dus ik heb het over kleur. Ik zag het voor het eerst bij een nieuwe wijk in Nieuw-Bergen. Dat is alweer even geleden, toen de bouwcrisis nog welig tierde. Ik zag wit.
Het was een rij vriendelijk ogende huizen, zojuist opgeleverd, alles keurig aangeharkt. Mij viel op dat hier en daar in de rij een gevel wit was geschilderd. Beetje Limburgs doen, dacht ik nog. Aansluiting zoeken met de heuvels in het zuiden, waar die witte huisjes de sfeer van buitenland oproepen.
Vanaf dat moment zag ik ze vaker. Geschilderde bakstenen gevels in nieuwbouwprojecten. Soms crèmekleurig, soms in grijs, heel vaak wit. Hier en daar een woning, hè, niet de hele rij. Als vriendelijke accenten.
Eigenlijk heel erg kitsch dus. Maar toch: ik vind het mooi. Weet best dat ik voor de gek gehouden wordt. Die opvallende geveltjes zijn immers geen historische pandjes. Maar mijn ogen laten zich nu eenmaal graag strelen, ook door nep.
In mijn dorp Boxmeer zijn onlangs ook enkele projecten opgeleverd. En ja hoor: van hetzelfde laken een pak. Af en toe een wit of lichtkleurig geveltje. Frist de buurt heel erg op.
Moet ik toch denken aan die bouwvakker die ooit samen met me stond toe te kijken hoe een schilder een vooroorlogs huis van een nieuwe witte laag voorzag.
‘Je weet toch waarom ze huizen wit zijn gaan schilderen, hè?’
Ik haalde mijn schouders op. ‘Omdat ze het mooi vinden?’ ‘Neuh.’
‘Omdat het niet zo warm is in de zomer?’
Hij schudde zijn hoofd.
‘Welnee. Het is ouwe meuk met dicht gesmeerde scheuren. Soms nog gaten van de oorlog. Door die verf valt het niet zo op. Maar ík zie het wel, hoor.’
Sindsdien zoek ik bij witte geveltjes altijd naar scheuren. Zelfs in die nieuwe.