Afl 6 van Bevrijding Stap Voor Stap
Bevrijd, maar je bent nergens veilig. De Duitsers schieten de hele dag granaten op de Maasdorpen af. Geen wonder dat de mensen wegtrekken uit Boxmeer, waar op één dag 52 granaten neerkomen. De geallieerden schieten ook terug. En daarom zitten ze in Gennep nu vaker in de kelders dan in de woonkamer. Bart Helmond maakt er een cynisch grapje over, in zijn dagboek: ‘We zijn nu allemaal lid van de Ondergrondsche.’
Tussen al dat oorlogsgeweld is er ook tijd voor vermaak. Die Britse soldaten kunnen een aardig balletje trappen. Zondagmiddag (8 oktober 1944) kon je het zien. Na de mis natuurlijk, want die kerels gaan ook ter kerke. Op het voetbalveld in Beers was het te doen. Een voetbalteam van het tweede bataljon van de Royal Ulster Rifles (2e RUR), dat zijn infanteristen, speelde daar tegen een team van jongens uit de buurt. Er was veel volk op afgekomen en het was een aardigheid om te zien. Behalve de eindstand dan. ‘Holland’ werd met 5-1 ingemaakt.
Ze hadden ook hun eigen muziek meegebracht. Die doedelzakspelers konden er wat van. Die bliezen zich de longen uit het lijf tijdens de rust en ook daarna vermaakten ze het publiek met aardige deuntjes. Groot applaus natuurlijk.
Later die week, dat was op vrijdag de 13e, werden die voetballers met de rest van hun eenheid naar het front gestuurd. De bossen aan de zuidkant van Overloon moesten nog gezuiverd worden. Dat was andere koek. Maar het 2e RUR deed ook daar zijn best en kreeg de Duitsers op de knieën.
Toen het de Amerikanen niet was gelukt – 220 gesneuvelde soldaten – mochten de Britten proberen Overloon te bevrijden. Het is gelukt, maar vraag niet hoe. Donderdag de 12e ging het van start. Ze hadden onder meer in Sint Anthonis en Oploo kanonnen neergezet. Zo’n tweehonderd kanonnen schoten in anderhalf uur tijd meer dan 25.000 granaten op het dorp af. Kun je nagaan hoe de bewoners, die allemaal geëvacueerd zijn, straks Overloon zullen terugvinden. Eén grote ruïne. Vervolgens infanteristen en tanks die zich een weg baanden door mijnenvelden en modder. En dan nog de gevechten met de Duitse Fallschirmjäger, dat zijn taaie jongens, die geven zomaar niet op.
De volgende dag, vrijdag de 13e, kwamen de Britten weer een stuk verder. Overloon, wat ervan over is, is nu ‘bevrijd’. Er gaan straks 1426 telegrammen naar Engelse moeders en echtgenotes. ‘Het spijt me u te moeten mededelen…’
In Langenboom zag het er op donderdag heel anders uit. Daar is bij het klooster van de Dominicanen een Engels legerkamp ingericht en daar kwam een hoge pief op bezoek. Niemand minder dan de Britse koning zelf, George VI. Samen met ‘Monty’, veldmaarschalk Montgomery, de legeraanvoerder, kwam hij de troepen inspecteren. Toen Langenboom in de gaten kreeg dat er hoog bezoek was, liep het hele dorp uit. De koning werd toegejuicht. Bij de familie Verstraten, in de ‘beste kamer’, heeft de koning op een stoel gezeten, tijdens een onderonsje met de hoge officieren. De boerderij krijgt nu een andere naam: Koningshoeve. En de stoel waarop de koning gezeten heeft, krijgt een kroontje in het hout gebeiteld.
Bij de foto: Het voetbalteam van het tweede bataljon van The Royal Ulster Rifles. Foto: 2nd Bt. RUR
Gebruikte bronnen:
- Lak, Martijn, Geen boompje is meer heel, 2007, Aspekt
- www.gennepnu.nl (dagboek Bart Helmond)
- War Diary 2nd Bt. Royal Ulster Rifles, oktober 1944
- dagboek Jo en Annie Barten, 1944