Aflevering 3 van Bevrijding Stap Voor Stap.
De Hoogmis is net uit, als de lucht zwaar wordt van het gebrom van vliegtuigen. Het is zondag, 17 september 1944. Een stralende dag.
Iedereen rekt zich uit, kijkt naar boven. Het schouwspel is adembenemend. Meer dan duizend transportvliegtuigen vliegen over. En vijfhonderd zweefvliegtuigen, beschermd door 1500 jagers. Ze droppen 20.000 militairen in Nijmegen, Arnhem en Groesbeek. Gaan we nu echt bevrijd worden? Kippenvel. Sommigen zijn bang. Wat gaat het brengen?
Het geknal is niet van de lucht. Afweergeschut vanaf de spoorbrug bij Mook. Eén van de Dakota’s is geraakt. Het heeft zijn parachutisten op tijd gedropt bij de Wylerbaan in Groesbeek. Maar nu brandt hij als een fakkel. Hij gaat het niet redden. Waar komt ie terecht?
In Linden. Om half drie. Recht tegenover het huis van Toon Bardoel komt ie loodrecht naar beneden. Een klap, een steekvlam en dan een geweldige rookwolk. Het hele dorp heeft het gehoord, velen eropaf. Vlammen slaan aan alle kanten uit het vliegtuig. Hebben ze dat vliegtuig ook nog die naam gegeven: Satan’s Fate.
Maandag de 18e timmert Jos van de Lockant drie lijkkisten. Drie? Hoeveel mannen zaten in dat toestel dan? Ze weten het niet. Maar de verkoolde resten passen makkelijk in drie. Eén van de mannen hing half uit het vliegtuig, daar was nog het meeste van over.
Het was keidruk op het kerkhof van Linden, woensdag. Een tijdelijk graf. Na de oorlog gaan ze naar hun vaderland.
Drie kisten voor vijf mannen. Vier vormden de bemanning van de Dakota 45. De vijfde had eigenlijk ook moeten springen boven de Wylerbaan. Maar toen stond het vliegtuig al in brand. Misschien was hij gewond. In ieder geval is hij met de crew neergestort. Ralph heet hij. Ralph P. Bellesfield. Hij is 19 of 20 jaar oud. Werkte, voordat hij zich als vrijwilliger meldde, bij de staalfabriek van Bethlehem, Pennsylvania. Gek van motoren, was lid van de Salisbury motorclub. Ralph sprong al eerder. Op D-Day, in Frankrijk. Vocht ook in Noord-Afrika. Nu was de Devils’s Hill, de Duivelsberg, aan de beurt. Niet gehaald. Die andere dertien para’s wel. Schieten hun geweren leeg op de flanken van de Duivelsberg. De piloot heette Jimmy Martin. Zijn collega’s waren Walther Voight, Vernon Kassekert en Anthony Biondo.
Er is ook goed nieuws. Ze hebben de brug bij Grave in handen gekregen. Vijftien Amerikanen, onder leiding van luitenant John Thompson hebben dat kunstje geflikt. Daarna is het stadje gelijk schoongeveegd: alle Duitsers eruit. Het is nog de hele week druk geweest in de lucht. Grote vliegtuigen die voorraden afwierpen voor de gedropte militairen.
Er zijn meer para’s die pech hebben die zondag. Twee worden door de wind meegevoerd tot in Kranenburg, over de grens. Worden gevangengenomen. Komt er zo’n bruinhemd van de SA (Sicherheitsabteilung) aan: Ludwig Klüttgen. Die schiet ze in koelen bloede dood. Dokter Degenhardt durft te protesteren. Die zit nu ondergedoken, zijn leven niet zeker. Schijnt dat Klüttgen’s familie in Aken bij een Engels bombardement is omgekomen. Maar toch. Wie doet zoiets?
Bronnen: geurtfranzen.com
—
Bij de foto: Ralph P. Bellesfield
Gebruikte bronnen:
- Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) te Den Bosch
- Thuring, drs. G.J.C.D., Van Duivelsberg tot Groot-Linden, 1983/1991, Bevrijdingsmuseum 1944, Groesbeek
- Linke, Marlene, Kriegsschauplatz Kreis Kleve, z.j., Guntlisbergen Verlag, Uedem